Geen belastingrente bij correctie vóór 1 april
Als u vóór 1 april 2014 correcties op uw BTW-aangifte of uw balanspost van 2013 aan de Belastingdienst doorgeeft, voorkomt u belastingrente. U bent verplicht om een correctie in te dienen als uw correctie of balanspost hoger is dan € 1.000. Voor het doorgeven van deze correcties moet u het formulier Suppletie omzetbelasting gebruiken.
Met het formulier Suppletie omzetbelasting kunt u een aangifte over een bepaald tijdvak corrigeren. Dit doet u door in het formulier aan te geven over welk tijdvak u een correctie wilt toepassen en het formulier in te dienen. Het tijdvak dat u invult moet altijd beginnen op de eerste dag en eindigen op de laatste dag van de kalendermaand. U kunt ook een correctie doorvoeren over een kalender- of boekjaar. Vaak blijkt namelijk pas bij het opmaken van de jaarrekening dat u uw aangifte moet corrigeren. Bij een correctie over het boekjaar splitst u de correcties niet uit per aangiftetijdvak, maar geeft u de gecorrigeerde gegevens aan voor het hele jaar. Is uw correctie of uw balanspost minder dan € 1.000, dan mag u dit verrekenen op uw eerstvolgende aangifte. Voor de verrekening op uw eerstvolgende aangifte krijgt u geen teruggaafbeschikking of naheffingsaanslag.
Correcties onder € 1.000 wel indienen bij ICP
Een correctie lager dan € 1.000 moet u wél indienen als het gaat om een intracommunautaire prestatie. Heeft u het bedrag aan intracommunautaire prestaties (ICP) met een suppletieformulier of op een BTW-aangifte gecorrigeerd, dan moet u ook een brief sturen met daarin de gegevens van deze correctie (rubriek 3b) naar: Belastingdienst/Central Liaison Office, Antwoordnummer 469, 7600 AJ Almelo