Advies SER: nieuwe scholingsregeling OR
De scholing van OR-leden moet anders worden ingericht. Dat adviseert de Sociaal-Economische Raad (SER). Om een alternatieve scholingsregeling mogelijk te maken, is een aanscherping van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) nodig. De subsidies van het Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) verdwijnen dan mogelijk.
Om de kwaliteit van de scholing en de vorming van OR-leden te garanderen, adviseert de SER een alternatieve scholingsregeling. Dit betekent onder meer dat de WOR-heffing zal verdwijnen. Ook moeten werkgevers zelf direct verantwoordelijk worden voor de kosten van scholing van OR-leden. De hoofdpunten van de nieuwe scholingsregeling:
- Werkgevers worden wettelijk verplicht om tijd en geld beschikbaar te stellen voor de scholing van OR-leden. Scholingsrecht bestaat nu ook al, maar moet een expliciete kwaliteitswaarborg krijgen in de WOR. Ook de werkgeversplicht met betrekking tot scholing moet uitdrukkelijk in de WOR komen te staan.
- De kwaliteit van het opleidingenaanbod en van de nieuwe structuur moet worden bewaakt en in de wet worden opgenomen.
- Er moet een wettelijke geschillenregeling komen om conflicten over het scholingsrecht of de scholingsplicht snel en eenvoudig op te lossen.
- Werkgevers moeten zelf direct verantwoordelijk worden voor de scholingskosten.
- Er moet een aparte SER-commissie worden opgericht die de nieuwe regeling bevordert en ondersteunt.
Richtbedrag in plaats van WOR-heffing
De SER stelt voor om de betalingsplicht van de werkgever voor de scholing en vorming wettelijk vast te leggen door middel van een richtbedrag per dagdeel. Deze regeling komt dan in de plaats van de huidige WOR-heffing. Er was al enige tijd discussie over het huidige subsidiesysteem. De SER is daarom op zoek gegaan naar een efficiënter systeem dat ook toekomst heeft.