Situatie bij ontslag bepaalt hoogte vergoeding
Beslist een rechter dat een ontslag kennelijk onredelijk was, dan zal hij de toegekende ontslagvergoeding baseren op de schade van de werknemer op het moment van ontslag. Tegen de tijd dat de rechter uitspraak doet kan die situatie natuurlijk flink zijn veranderd. Wel kan de rechter gebeurtenissen die ten tijde van het ontslag al te voorzien waren meenemen in zijn uitspraak.
Een recente zaak bij de kantonrechter in Enschede ging over een verkoopadviseur die ontslagen was met toestemming van CWI, het huidige UWV WERKbedrijf. Achteraf bleek alleen dat zijn werkgever CWI niet de juiste informatie had gegeven. De ontslagvergunning was dus afgegeven op basis van onjuiste informatie. De rechter vond het ontslag daarom kennelijk onredelijk en bepaalde dat de werknemer recht had op een ontslagvergoeding. Zoals u heeft kunnen lezen in het bericht ‘Gebruik kantonrechtersformule ingeperkt’, mag de rechter bij het bepalen van die vergoeding geen algemene formule gebruiken. Hij moet zich baseren op de individuele situatie. Volgens de voormalige werkgever was de schade van de ontslagen man beperkt: hij had immers direct een nieuwe baan gevonden! Bovendien zou hij bij zijn nieuwe baas, in tegenstelling tot wat de man zelf beweerde, al een contract voor onbepaalde tijd hebben.
Ontslagvergoeding voor schade bij ontslag
Volgens de rechter was dat echter irrelevant: op het moment van ontslag had de man nog geen uitzicht op een contract voor onbepaalde tijd. De rechter baseerde de hoogte van de ontslagvergoeding verder op het feit dat de man bij zijn nieuwe werkgever zijn opgebouwde anciënniteit kwijt was, een langere reistijd had en meer uren moest maken om hetzelfde salaris te verdienen.
Kantonrechter Enschede, 19 januari 2010, JAR 2010/58