Kamer keurt Wet werk en zekerheid goed
De Wet werk en zekerheid is goedgekeurd door de Tweede Kamer. Vergeleken met het oorspronkelijke wetsvoorstel is de ingangsdatum van de verkorte ketenbepaling aangepast. Daarmee gaat deze maatregel niet in op 1 juli 2014, maar pas op 1 juli 2015; tegelijk met het aangepaste ontslagrecht. Verder worden kleinere organisaties ontzien bij het betalen van de transitievergoeding aan hun werknemers.
Op 12 en 13 februari werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over het wetsvoorstel Werk en zekerheid. Daaruit bleek dat de meerderheid van de Tweede Kamer het wetsvoorstel steunde. Op dinsdag 18 februari ging de Tweede Kamer definitief akkoord met het wetsvoorstel. Wel werden er een aantal voorstellen ingediend om sommige maatregelen aan te passen. Een belangrijke wijziging is dat de kortere ketenbepaling niet ingaat op 1 juli 2014, maar pas op 1 juli 2015. Deze maatregel gaat daardoor tegelijk in met de wijziging van het ontslagrecht.
Kleine werkgevers betalen lagere transitievergoeding
Ook komt er een overbruggingsregeling voor organisaties met minder dan 25 werknemers. Deze werkgevers mogen bij de berekening van de transitievergoeding uitgaan van de duur van het dienstverband vanaf 1 mei 2013, zodat de vergoedingen voor hen niet de pan uit rijzen. Deze datum is gekozen, omdat het sociaal akkoord in april 2013 is gesloten. Werkgevers hadden vanaf dat moment dus rekening kunnen houden met de transitievergoeding. De dienstjaren van vóór die datum blijven bij de berekening van de transitievergoeding voorlopig buiten beschouwing.
Overbruggingsregeling alleen bij slechte financiën
De regeling geldt tot 1 januari 2020. Hierbij wordt aangesloten bij de overbruggingsregeling voor oudere werknemers. Na die datum wordt er bij de berekening gewoon weer rekening gehouden met de dienstjaren van werknemers vóór 1 mei 2013. Deze overbruggingsregeling heeft alleen betrekking op ontslag wegens bedrijfseconomische redenen dat het gevolg is van een slechte financiële situatie. Op 4 maart bespreekt de Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de procedure. Dan wordt waarschijnlijk ook bekend wanneer de Eerste Kamer het wetsvoorstel zal behandelen.