Webmodule en handleiding schijnzelfstandigheid blijven online

Alle omstandigheden wegen even zwaar bij de beoordeling of iemand zzp’er is, concludeerde de Hoge Raad onlangs. Volgens minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn de gevolgen van de uitspraak voor verschillende zaken rond schijnzelfstandigheid dan ook beperkt.

Naar aanleiding van de recente uitspraak van de Hoge Raad over het ondernemerschapscriterium bij de beoordeling van arbeidsrelaties, beantwoordde minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verschillende Kamervragen. Hierbij stonden onder andere enkele informatiebronnen uit de overheidscommunicatie rond schijnzelfstandigheid en werken met zzp’ers centraal.

Aanvulling op voorbeeldcasussen

De webmodule waar opdrachtgevers en -nemers aan de hand van 10 vragen een indicatie kunnen krijgen van de juiste contractvorm blijft online. Ook de handleiding ‘zzp ja of nee’ met verschillende voorbeeldcasussen is nog correct. In zowel de webmodule als de handleiding worden alle gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest (artikel) namelijk meegewogen, in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad. Daarom ziet de minister momenteel geen reden om de webmodule aan te passen.
Voor de handleiding geldt dat ondernemerschap niet in alle voorbeeldcasussen voorkomt, maar het idee hierachter is dat de casussen laagdrempelig en niet te lang moeten zijn. Wel wordt gewerkt aan het toevoegen van nieuwe casussen waarin alle gezichtspunten aan bod komen. Deze worden naast de bestaande casussen toegevoegd aan de webmodule, zodat zowel laagdrempelige als meer gedetailleerde voorbeelden beschikbaar zijn.

Beoordeling Belastingdienst en gevolgen voor de wet VBAR

Daarnaast ging minister Van Hijum in op eventuele gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad voor de handhaving schijnzelfstandigheid en het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR).
De Belastingdienst handelt al op correcte wijze en weegt alle gezichtspunten even zwaar mee in de beoordeling van arbeidsrelaties, volgens de minister. Dit blijkt uit onder andere de Handleiding bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken, waarin meer informatie staat over hoe belastinginspecteurs controleren op schijnzelfstandigheid.
Wat de gevolgen zijn voor het wetsvoorstel VBAR, is nog niet helemaal duidelijk. In het wetsvoorstel zou op dit moment het criterium ‘ondernemerschap’ niet gelijkwaardig zijn vormgegeven, terwijl dit dus wel zou moeten. Over het vervolg van het wetsvoorstel vindt momenteel afstemming plaats.