Werkgevers benutten inzet chronisch zieken onvoldoende
Uit onderzoek van TNO blijkt dat werkgevers onvoldoende gebruikmaken van de capaciteiten van chronisch zieke werknemers. Ze zijn bang voor een stijging van het verzuim en bijkomende kosten. Maar inzet van deze groep werknemers kan juist een deel van de personeelskrapte oplossen, aldus TNO.
Mensen zijn langer inzetbaar, ook als ze een chronische ziekte hebben. Hierdoor zal het aantal werknemers met een chronische ziekte toenemen. Uit onderzoek van TNO blijkt echter dat werkgevers huiverig zijn om chronisch zieken aan te nemen. Slechts 15% van de werkgevers zegt iemand met een chronische ziekte in dienst te hebben. Werkgevers zijn bang voor toenemend verzuim, met bijkomende stijging van de kosten. Het RIVM voorspelt dat het aantal chronische zieken tot 2040 alleen maar zal toenemen. Op dit moment telt Nederland ongeveer 10,4 miljoen mensen met een chronische ziekte. Van deze groep is 415.000 fte beschikbaar voor werk. Het grootste deel (183.000 mensen) werkt niet, maar geeft aan wel arbeidsgeschikt te zijn.
Onbekendheid met chronische aandoeningen
Behalve angst voor langdurig verzuim speelt onbekendheid met chronische ziekten en de gevolgen ervan een rol. De term chronische ziekte is breed en omvat ook klachten als diabetes, migraine en (lage) rugpijn. Dit zijn klachten waar makkelijk rekening mee kan worden gehouden op het werk en die geen extra risico van langdurige uitval met zich meebrengen. Deze mensen aan het werk houden is goed voor de duurzame inzetbaarheid. Werkgever en werknemer zouden hierover vaker het gesprek moeten aangaan. Werknemers willen niet voor zeurpiet versleten worden, maar als de werkgever op de hoogte is, kan hij passende maatregelen nemen. Denk aan het afwisselen van fysieke en administratieve taken, toewijzing van een buddy en hulp bij leefstijlverbetering.