U bent hier

Onderneming & Administratie
Rechter mist gegevens over privéritten: toch bijtelling

Rechter mist gegevens over privéritten: toch bijtelling

Een ondernemer kán voorkomen dat er een bijtelling moet plaatsvinden voor het privégebruik van een auto van de zaak. Maar dan moet het bewijs dat er inderdaad beperkt privégebruik is wel op orde zijn. Onlangs heeft opnieuw een ondernemer ondervonden dat rechters alleen kunnen varen op een complete rittenregistratie; dus met vermelding van alle zakelijke- en privéritten.

Uitgangspunt in de wet is dat een auto van de zaak óók voor privédoeleinden gebruikt wordt, en dus moet er ook een bijtelling (infographic) plaatsvinden voor dat privégebruik. De belastingplichtige kan alleen onder die bijtelling uitkomen als hij aantoont dat er niet meer dan 500 privékilometers zijn gemaakt met de wagen. Dat gaat het beste met een sluitende rittenregistratie (tool), waar zowel de privéritten als de zakelijke ritten in terugkomen. Toch gaat het nog geregeld mis met die registratie. Zo heeft onlangs al een directeur-grootaandeelhouder het deksel op de neus gekregen bij de rechter, vanwege het ontbreken van zakelijke ritten in de registratie. In de onderstaande zaak miste de rechter juist gegevens over mogelijke privéritten.

Ondernemer wil grotere aftrekpost

In deze zaak ging het om een ondernemer met een eenmanszaak, die belegde broodjes leverde aan onder meer tankstations. Dat deed hij met een bestelauto, die op naam van de zaak stond. Het geschil tussen de ondernemer en de fiscus ging over de aangifte inkomstenbelasting over 2019. De ondernemer stelde dat zijn accountant ten onrechte een bijtelling voor privégebruik op zijn inkomen had meegenomen bij het berekenen van de aftrekbare autokosten. In plaats van een aftrekpost van € 4.422 wilde de ondernemer de totale kosten van € 12.650 in mindering brengen op de winst. De inspecteur ging daar echter niet in mee, waarna de zaak bij de rechtbank belandde.

Geen gegevens over kilometerstand

De rechtbank koos echter dezelfde lijn als de inspecteur. Het uitgangspunt in het fiscale recht is nu eenmaal de regel 'wie stelt, bewijst'. De ondernemer moest dus laten zien dat hij niet meer dan 500 privékilometers had gemaakt met de bestelauto. In dit geval geloofde de rechtbank zonder meer dat de ondernemer met rittenregistraties precies kon onderbouwen hoeveel zakelijke kilometers hij had gemaakt naar klanten. Maar privéritten, voor zover die er waren, had de ondernemer niet geregistreerd. En zonder gegevens over het privégebruik en de kilometerstanden kon de rechtbank niet zomaar aannemen dat de bestelauto niet óók voor privékilometers was gebruikt. Nu er simpelweg geen bewijs was dat dat de bestelauto in 2019 maximaal 500 privékilometers had gemaakt, moest er wel degelijk rekening gehouden worden met de bijtelling.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10 februari 2025, ECLI (verkort): 691