Toekomst van de handhaving schijnzelfstandigheid
Met de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 is de Belastingdienst weer strenger gaan controleren op schijnzelfstandigheid in organisaties. Maar wat betekent die opheffing nu precies in de praktijk?
Het is niet altijd duidelijk of een ingehuurde zzp’er een echte zelfstandige is of eigenlijk een werknemer (schijnzelfstandige). Als een zelfstandige een werknemer blijkt te zijn, heeft dit onder andere gevolgen voor de loonheffingen en kan dit leiden tot een waarschuwing of zelfs een boete van de Belastingdienst. Hoe streng en op welke manier de Belastingdienst handhaaft op schijnzelfstandigheid, is echter veranderd na de opheffing van het handhavingsmoratorium. Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën lichtte de verschillen toe naar aanleiding van Kamervragen.
Voor afschaffing handhavingsmoratorium
Hoewel soms anders gedacht wordt, handhaafde de Belastingdienst in 2024 en daarvoor ook al op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen via onder andere vooroverleg op verzoek, en bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken. Als de fiscus schijnzelfstandigheid constateerde, kreeg een organisatie een aanwijzing.
Pas als sprake was van kwaadwillendheid of als later bleek dat een opdrachtgever de aanwijzingen niet of in onvoldoende mate had opgevolgd, kon de Belastingdienst correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen loonheffingen over het verleden opleggen (tot maximaal vijf jaar terug).
Handhaving schijnzelfstandigheid 2025 en 2026
De Belastingdienst zet in 2025 de handhaving op dezelfde manier voort, maar vanaf dit jaar geeft de fiscus niet meer eerst een aanwijzing. De Belastingdienst kan direct correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025. Alleen bij kwaadwillendheid of het niet opvolgen van een aanwijzing kan dit verder teruggaan, namelijk tot maximaal vijf jaar terug.
In het kader van de ‘zachte landing’ start de Belastingdienst wel hun risicogerichte toezicht in beginsel met bedrijfsbezoeken. De opdrachtgever wordt zo nodig tijdens zo’n bezoek informeel gewaarschuwd voor risico’s op schijnzelfstandigheid en krijgt daardoor nog een kans op verbetering.
In 2026 zal de Belastingdienst weer volledig op reguliere wijze handhaven. De fiscus zet de lijn uit 2025 grotendeels voort, maar hanteert per 2026 wel weer de normale regels voor het opleggen van boetes. Waar organisaties afgelopen jaren dus nog niet bang hoefden te zijn voor boetes, kunnen ze hier in 2026 wel weer mee te maken krijgen.