U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Kabinet zet het mes in arbeidsongeschiktheidsstelsel

Kabinet zet het mes in arbeidsongeschiktheidsstelsel

Het kabinet gaat aan de slag om nog deze kabinetsperiode het arbeidsongeschiktheidsstelsel te verbeteren en vereenvoudigen. Dat schrijft minister Van Hijum van SZW aan de Tweede Kamer. Een aantal ideeën voor de lange termijn worden verder uitgewerkt.

Voor het vereenvoudigen en verbeteren van het arbeidsongeschiktheidsstelsel kijkt het kabinet naar de adviezen van de Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), die begin 2024 concludeerde dat het huidige stelsel te complex is. OCTAS schetste drie varianten voor een meer toekomstbestendig stelsel dat uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar is voor álle betrokkenen. In de Kamerbrief schrijft minister Van Hijum dat hij ideeën uit variant 1 (huidig stelsel verbeteren) op de korte termijn concreet wil uitwerken. Ideeën uit variant 2 (werk staat voorop) en 3 (basis voor werkenden) – die verder afliggen van het huidige stelsel – schuift hij op de lange baan.

IVA-uitkering komt te vervallen

De kern van variant 1 is het terugdringen van het aantal ‘uitkeringsregimes’ binnen de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Hierbij zouden de IVA-uitkering en de WGA-vervolguitkering komen te vervallen. Door het afschaffen van de IVA-uitkering worden mensen niet meer volledig en duurzaam afgekeurd. De maximale hoogte van de WIA-uitkering zou 70% van het laatstverdiende loon gaan bedragen. Voor mensen die in het huidige stelsel volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zouden worden beoordeeld, betekent dat een lagere uitkering; zij ontvangen nu 75% van hun laatstverdiende loon. Naar verwachting heeft het afschaffen van de IVA een positief effect op de prikkel om weer te gaan werken. Keerzijde is dat de gerichtheid van het stelsel minder groot wordt.

Hogere uitkeringslasten voor werkgevers

Twee zaken kunnen van invloed zijn op de mogelijke kabinetsaanpak op de korte termijn. Eén is de verwachting dat het vervallen van de IVA-uitkering tot hogere ‘risicoafhankelijke uitkeringslasten’ voor werkgevers leidt. Daarnaast is er gesproken over het verlagen van de WIA-drempel. OCTAS adviseerde om de arbeidsongeschiktheidsdrempel voor de WIA te verlagen, van 35% naar 25%. Veel politieke partijen vinden een drempel van 15% zelfs wenselijk. Een verlaging van de WIA-drempel vergroot echter de WIA-instroom, wat niet ten goede komt van de uitvoerbaarheid en betaalbaarheid van het stelsel. De minister gaat hierover de komende tijd in gesprek en streeft ernaar om de Tweede Kamer vóór de zomer te informeren over een concreet pakket met maatregelen voor de korte termijn.

Ideeën voor een meer fundamentele verandering

Voor een fundamentele verandering van het arbeidsongeschiktheidsstelsel op de lange termijn wil de minister twee ideeën uit de overige OCTAS-varianten verder uitwerken. Ten eerste wil de minister onderzoeken hoe het stelsel eruit zou kunnen zien als het gericht is op wat mensen nog wél kunnen. Hierbij zou de ondersteuning naar werk het startpunt moeten zijn. Het beoordelen van de mate van arbeidsongeschiktheid zou op een andere manier en/of op een later moment kunnen worden gedaan.
Een tweede idee is een stelsel met min of meer gelijke rechten en plichten voor álle werkenden. Onderdeel hiervan is één gelijke basisverzekering voor ziekte en arbeidsongeschiktheid voor álle werkenden (dus ook zelfstandigen), die inkomensbescherming biedt ongeacht de mate van arbeidsongeschiktheid. De minister gaat over deze opties in gesprek met onder meer de sociale partners.