Wat is er voor de BTW gewijzigd per 2025?
Per 2025 zijn er een aantal belangrijke wijzigingen voor de BTW doorgevoerd. Zo is er een maximale termijn aan het indienen van de suppletie-aangifte gekoppeld en zijn er wat aanpassingen voor de kleineondernemersregeling doorgevoerd. Hieronder komen alle wijzigingen aan bod.
Een wijziging die alle BTW-ondernemers kan raken, heeft te maken met de termijn voor de suppletie-aangifte (artikel). Die is nodig bij omvangrijke correcties in eerdere BTW-aangiftes. Tot nu toe is het uitgangspunt altijd geweest dat een ondernemer de suppletie-aangifte ‘zo snel mogelijk’ moet indienen. Maar met ingang van 2025 is er ook een maximale termijn gekoppeld aan wat dan zo snel mogelijk is. Namelijk acht weken.
KOR ook flink veranderd dit jaar
Een andere verandering die BTW-ondernemers aan kan gaan, zit ’m in de kleineondernemersregeling (KOR). De KOR heeft sinds een paar jaar een verplichte deelnameperiode van drie jaar. Eerder uitstappen kon niet. Dit betekende ook dat ondernemers de keuze voor de KOR goed moesten afwegen. Want als de ondernemer over twee jaar een grote investering verwachtte, kon hij de BTW daarop dus niet in aftrek brengen. De verplichte deelnameperiode is echter per 2025 vervallen. Nu kan de ondernemer dus per elk aangiftetijdvak uit de KOR stappen, door een formulier van de Belastingdienst in te vullen. Ook de ‘uitsluitingsperiode’ is ingekort. Eerder moest een ondernemer, nadat hij de KOR had verlaten, minstens drie jaar wachten vóórdat hij weer kon gaan deelnemen. Deze wachttijd beslaat nu alleen nog de rest van het kalenderjaar waarin hij uit de KOR is gestapt, plus het kalenderjaar daarop. Ook nieuw in 2025: de internationale versie van de KOR. Als een ondernemer zakendoet met andere Europese landen, kan hij ook in die landen gebruikmaken van de KOR- vrijstelling. Er gelden wel een aantal voorwaarden, zo mag de jaaromzet van de onderneming in alle EU-landen (inclusief Nederland) niet meer dan € 100.000 zijn. Mocht de ondernemer in meerdere EU-landen actief zijn, dan kan hij ook per land beslissen of hij wel of niet meedoet aan de KOR.
Specifieke wijzigingen
Verder zijn er nog enkele meer specifieke wijzigingen doorgevoerd in BTW-land, die hieronder beknopt aan bod komen.
- Plaats van virtuele diensten: Voor aanbieders van digitale evenementen in de EU zijn de BTW-regels aangepast. Het gaat daarbij om de levering van culturele, artistieke, sportieve diensten, om wetenschappelijke educatieve diensten en om vermakelijkheidsdiensten. Dat kunnen dus online vaktrainingen zijn, maar ook digitale live-sportsessies. Sinds dit jaar is de aanbieder BTW verschuldigd in het land waar de afnemer woont of gevestigd is. Dan gelden dus de BTW-regels van dat land. Is de afnemer een particulier, dan zal de aanbieder dus in dat land ook BTW moeten afdragen. Is de afnemer een BTW-ondernemer, dan kan de BTW verlegd worden naar de afnemer.
- Aanvullende margeregeling vervallen: De aanvullende margeregeling in de BTW is afgeschaft met ingang van 2025. Deze regeling is van belang voor handelaren in antiek, kunst of verzamelvoorwerpen. Als zij deze goederen inkopen of geleverd krijgen tegen een verlaagd BTW-tarief, kunnen zij bij de doorverkoop de aanvullende margeregeling toepassen. In dat geval wordt de BTW niet over de hele verkoopprijs, maar over de winstmarge berekend. Dat kan nu dus niet meer.
- Servicekosten onroerend goed: Een verhuurder van onroerend goed brengt vaak servicekosten in rekening. De regels voor de BTW op die servicekosten zijn nu verduidelijkt. De verhuurder heet nu twee mogelijkheden, waarbij de vraag is of de servicekosten een afzonderlijke prestatie zijn, of opgaan in de hoofdprestatie (de verhuur). Zo niet, dan moeten de kosten apart op de factuur staan mét BTW. Gaan de servicekosten wel op in de verhuur, dan zijn de kosten belast met BTW als de verhuur dat óók is. Als de verhuur is vrijgesteld van BTW, zijn de servicekosten dat ook.
- 21% BTW op bepaalde agrarische goederen: Voor enkele agrarische goederen is het tarief gestegen van 9% naar 21%. Het gaat onder meer om granen die geen voedingsmiddel zijn, stro, veevoeders, vlas en wol.
Alternatieven voor tariefsverhogingen
Het plan om 21% in plaats van 9% BTW te gaan heffen op onder meer kranten en museumtickets is voorlopig van tafel. Formeel staat deze wijziging nog wel in het Belastingplan 2025. Maar het kabinet heeft beloofd om met alternatieven te komen voor deze tariefsverhogingen. Let wel: dit geldt niet voor de verhoging van het BTW-tarief op logies (zoals hotelovernachtingen). Die gaat wel gewoon naar 21% BTW per 2026. De regering wil de mogelijke alternatieven op korte termijn presenteren.