Meer sturing management nodig bij vitaliteitsbeleid

Maatregelen van werkgevers om de gezondheid van werknemers te verbeteren, leiden nog niet tot een gezondere leefstijl bij die werknemers. Het lijkt erop dat meer sturing vanuit het management nodig is om structureel iets te verbeteren, onder meer via een vitaliteitsbeleid.

De invoering van gezondheidsprogramma’s op de werkplek leidt vooralsnog niet tot een verandering van leefstijl bij werknemers. Dat is een van de conclusies uit het proefschrift van Denise Smit, die begin januari promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij deed bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoek naar de effectiviteit van interventies voor gezondheidsbevordering op de werkplek bij vier grote organisaties. De invoering van een brede aanpak met diverse activiteiten kost vooral veel tijd en blijft in de praktijk beperkt tot enkele of eenmalige maatregelen, zoals een sportdag of beweegworkshop organiseren, of frisdrank vervangen door water. Een structurele aanpak kan juist bijdragen aan een betere duurzame inzetbaarheid.

Multidisciplinaire aanpak met vitaliteitsbeleid

Voor een blijvend effect moeten activiteiten structureel worden aangeboden. Er is een combinatie van interventies nodig die structureel worden aangeboden. Daarvoor is meer aandacht, budget en tijd nodig, net als een goed vitaliteitsbeleid. Het management moet dit beleid uitdragen en consequent uitvoeren. Dat lukt volgens Smit het beste met een multidisciplinaire werkgroep. Hierin zitten medewerkers en leidinggevenden, en iemand van HR. Smit heeft aanbevelingen verzameld in een stappenplan om aan de hand van zes thema’s, alcohol, voeding, roken, beweging, slaap en mentale balans, aan een gezonde leefstijl te werken zodat de gezondheid van de werknemer blijvend verbetert. Via de website van het RIVM is het proefschrift te downloaden, net als een stappenplan om tot een integrale aanpak te komen.