U bent hier

Onderneming & Personeel
Het verschil: verstrekken en ter beschikking stellen

Het verschil: verstrekken en ter beschikking stellen

Veel werkgevers delen aan werknemers bijvoorbeeld een smartphone, tablet, fiets of een auto van de zaak uit. Het maakt daarbij voor de fiscale verwerking uit of de werkgever deze aan de werknemers verstrekt of ter beschikking stelt. Wat is het verschil?

Als een werkgever een voorziening verstrekt aan een werknemer, wordt de werknemer de eigenaar van die voorziening. De werkgever schaft deze aan en bepaalt (in veel gevallen) welke voorziening de werknemer gaat gebruiken, maar hij geeft de voorziening vervolgens aan de werknemer. 
Neem bijvoorbeeld een werktelefoon. De werkgever kiest het model en type uit en koopt de telefoon. Vervolgens gebruikt de werknemer de telefoon en wordt hij de eigenaar van het apparaat.

Werkgever blijft de eigenaar

Bij een terbeschikkingstelling blijft de werkgever de eigenaar van de voorziening. Het bekendste voorbeeld is de terbeschikkingstelling van de auto van de zaak. De werknemer mag de auto dan wel gebruiken, maar hij wordt niet de eigenaar van de auto. Dat blijft de werkgever of de leasemaatschappij. 
Het grote verschil tussen een verstrekking en een terbeschikkingstelling is dus wie de eigenaar van de voorziening is.

Voorzieningen zijn belast loon

Fiscaal gezien zijn er ook overeenkomsten tussen een verstrekking en een terbeschikkingstelling. Als de werkgever een voorziening uitdeelt, is die in principe belast loon. Voor zowel een verstrekking als een terbeschikkingstelling kan echter een gerichte vrijstelling of nihilwaardering gelden. Ze mogen dan onder voorwaarden onbelast blijven zonder dat ze van de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) snoepen.
Een (belaste) verstrekking of terbeschikkingstelling aanwijzen als eindheffingsloon en onderbrengen in de vrije ruimte om er zo onbelast loon voor de werknemer van te maken, mag ook. Er moet dan wel onder andere voldaan worden aan de gebruikelijkheidstoets.

VERSTREKKING: de werkgever koopt een voorziening en geeft die aan de werknemer. De werknemer wordt de eigenaar van de voorziening.
TERBESCHIKKINGSTELLING: de werkgever koopt de voorziening en stelt die voor gebruik ter beschikking aan de werknemer. De werkgever blijft de eigenaar van de voorziening, de werknemer mag hem alleen gebruiken.