Hoe zit het met de auto van de zaak in 2025?
Rijders met een elektrische auto van de zaak moeten voor 2025 rekening houden met een hoger bijtellingstarief. Het tarief is van 16% naar 17% gegaan. Het bedrag waarover ze dit percentage mogen toepassen is wel gelijk gebleven, € 30.000. Boven dit bedrag moet 22% worden bijgeteld.
Als iemand met een auto van de zaak meer dan 500 privé-kilometers met deze auto rijdt, moet diegene rekening houden met een bijtelling (tool). Gaat het om een ondernemer die met een auto rijdt die tot het ondernemingsvermogen behoort, dan moet deze het bedrag van de bijtelling tot de winst rekenen, de kosten die hij voor de auto maakt mag de ondernemer aftrekken. Een werknemer die een auto van de zaak rijdt krijgt met een bijtelling op het loon te maken. Er zijn twee bijtellingspercentages 22% en 17%. Voor de berekening van de bijtelling is de cataloguswaarde van de auto van belang. Voor auto’s die ouder zijn dan 15 jaar is de bijtelling 35% van de waarde in het economisch verkeer.
Voor welke auto's geldt 17%-bijtellingstarief?
Het verlaagde percentage van 17% geldt voor auto’s op waterstof en voor auto’s die volledig worden aangedreven door geïntegreerde zonnecellen. De zonnecellen moeten dan wel een vermogen hebben van ten minste 1 kilowattpiek en de accu mag geen lood bevatten. Voor andere nulemissie-auto’s waaronder dus elektrische auto's vallen, geldt de 17% bijtelling slechts tot en met een cataloguswaarde van € 30.000. Voor het deel daarboven geldt de bijtelling van 22%. Een voorbeeld: Ondernemer rijdt elektrische auto van de zaak met een cataloguswaarde van € 50.000. Een bedrag van 17% van € 30.000 plus 22% van € 20.000 moet hij dan tot de winst rekenen.
Hoe lang geldt het verlaagde percentage?
Als iemand voor het verlaagde bijtellingspercentage van 17% in aanmerking komt, geldt dat percentage voor een periode van 60 maanden (geldt sowieso voor alle percentages). Deze periode gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand van eerste toelating van de auto. Is die datum bijvoorbeeld 17 maart, dan start de 60-maandsperiode dus op 1 april. Meteen na afloop van de periode van 60 maanden wordt het percentage opnieuw vastgesteld aan de hand van de regels die op dat moment gelden.