Voor gelijke beloning moet werk gelijkwaardig zijn
Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel dat gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid moet bevorderen. Maar wanneer werk gelijk of gelijkwaardig is, is voer voor discussie. In een recente zaak bleek het werk van een man en vrouw níét gelijkwaardig.
Een vrouwelijke beleidsadviseur van een netbeheerder ontving een salaris conform Hay-schaal 18. Een mannelijke collega uit haar team had een salaris conform Hay-schaal 19. De werkneemster vond het niet terecht dat zij een schaal lager was ingedeeld en minder verdiende dan haar collega, omdat zij niet minder relevante werkervaring had, nagenoeg dezelfde werkzaamheden in hetzelfde team verrichtte en dezelfde functietitel had. De werkgever zag dat anders: er was wel een verschil in beloning, maar de functies waren niet gelijk of gelijkwaardig. Om toch haar gelijk te krijgen, verzocht de (inmiddels ex-)werkneemster het College voor de Rechten van de Mens om een oordeel.
Vermoeden van loondiscriminatie weerleggen
In het oordeel schetste het College allereerst het juridische kader (artikel). Een werkgever mag geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen bij de arbeidsvoorwaarden (waaronder beloning) bij gelijke of gelijkwaardige arbeid. Het is aan de werknemer om feiten aan te voeren die ongelijke beloning op grond van geslacht kunnen doen vermoeden. Slaagt de werknemer daarin, dan is het aan de werkgever om te bewijzen dat hij geen verboden onderscheid maakt.
Meer verantwoordelijkheid en meer specialisme
In dit geval oordeelde het College dat er wel sprake was van een verschil in beloning, maar niet van gelijk of gelijkwaardig werk. Het lukte de werkgever om aannemelijk te maken dat het werk van de man van hogere waarde was. De man was meer gefocust op internationale samenwerking en had hierbij meer te maken met een ‘politieke dimensie’. Zijn werk vroeg om meer specialisme en hij droeg meer verantwoordelijkheid. De werkgever had daardoor geen verboden onderscheid gemaakt.
Het College voor de Rechten van de Mens, 17 december 2024, oordeelnummer: 2024-107
Discussies over gelijkwaardigheid liggen in het verschiet
Nederland moet op uiterlijk 7 juni 2026 een EU-richtlijn voor beloningstransparantie in de nationale wetgeving hebben verwerkt. De richtlijn bevat allerlei regels (artikel) om de loonkloof te dichten. Werkgevers moeten beloningen kunnen verantwoorden met objectieve, genderneutrale criteria en werknemers moeten toegang tot die criteria krijgen. Een werknemer krijgt het recht op informatie over zijn beloningsniveau en het gemiddelde beloningsniveau van collega’s die hetzelfde of gelijkwaardig werk verrichten, uitgesplitst naar geslacht. Een belangrijke vraag is dan welke functies gelijkwaardig zijn. De richtlijn verplicht lidstaten om voor de beoordeling van de waarde van werk instrumenten en methodes te ontwikkelen.
In een recent item van Nieuwsuur gaven experts aan geen hoge verwachtingen te hebben van de beloningstransparantie. In andere landen heeft beleid hiervoor geen zoden aan de dijk gezet.