U bent hier

Onderneming & Arbo
Keuze alarmsignalering hangt af van werkplek

Keuze alarmsignalering hangt af van werkplek

Bij het kiezen van de juiste ontruimingsalarmsignalering spelen allerlei factoren een rol. Allereerst moeten werkgevers voldoen aan de wet- en regelgeving, maar daarnaast heeft ook de omgeving waarin alarm wordt geslagen invloed op de keuze.

Als in een organisatie de aanwezige personen in een noodsituatie niet snel genoeg bij elkaar geroepen kunnen worden, is een ontruimingsalarminstallatie nodig. Daarmee kan via een druk op de knop door de bedrijfshulpverlening een alarmsignaal worden afgegeven. Om te bepalen welke alarmering passend is, kunnen werkgevers de norm NEN 2575 erop naslaan. Een van de meest voorkomende alarmeringssignalen is de slow whoop. Dit is een duidelijk herkenbaar geluidssignaal dat in een regelmatig tempo steeds herhaald wordt. Maar er zijn ook signalen die geluidloos zijn en een zogenoemd stil alarm afgeven. Dat kan bijvoorbeeld de voorkeur hebben in de ruimtes in een kinderopvangorganisatie, maar ook in ziekenhuizen en gevangenissen.

Combinatie van luid en stil alarm

Een luid alarm in een omgeving met niet-zelfredzame personen kan juist voor onveilige situaties zorgen. Er kan paniek uitbreken, waardoor de aandacht elders nodig is. Een ervaren medewerker of bhv'er is een betere methode om de kinderen in veiligheid te brengen dan een hard alarmsignaal. In een dergelijke omgeving is alarm slaan met een optische signaalgever een geschiktere oplossing.  Deze zijn in elk geval verplicht op werkplekken waar het lawaai harder is dan 80 dB(A) en werknemers (verplicht) gehoorbescherming moeten dragen. Het kan zijn dat in zo’n omgeving, bijvoorbeeld in een werkplaats, het zicht wordt belemmerd door machines en apparaten. Als die ook nog eens verlichte onderdelen of knoppen hebben, valt een optisch alarm niet genoeg op. Dan is het beter om te kiezen voor een combinatie van een luid en stil alarm.