Meer werkgeverslasten vergoed bij loonkostensubsidie
Per 1 januari 2025 krijgen werkgevers die een loonkostensubsidie ontvangen voor een arbeidsbeperkte werknemer, bovenop die subsidie een hoger percentage aan werkgeverslasten vergoed. De vergoeding is dan niet langer 23,5%, maar bedraagt 25%.
Werknemers die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, hoeven een organisatie geen extra geld te kosten als ze in dienst komen. Een werkgever kan voor deze werknemers onder voorwaarden loonkostensubsidie krijgen. Deze subsidie kan oplopen tot 70% van het wettelijk minimumloon (inclusief vakantiegeld). Daarbovenop krijgt de werkgever ook nog een vergoeding voor zijn werkgeverslasten. Die vergoeding bedraagt per 1 januari 2025 25% van het bedrag dat hij aan loonkostensubsidie krijgt voor de werknemer. De vergoeding is een uniform tarief en dus voor iedere werkgever hetzelfde.
Hoogte van de loonkostensubsidie
De loonkostensubsidie is afhankelijk van de loonwaarde van de werknemer. Dit is de waarde in geld van de arbeid die een arbeidsbeperkte werknemer nog kan verrichten ten opzichte van een vergelijkbare werknemer zonder beperking. De werkgever kan bij de gemeente een compensatie aanvragen ter grootte van het verschil tussen het minimumloon (inclusief vakantiebijslag) en die loonwaarde. Hij kan deze loonkostensubsidie ontvangen voor een werknemer die:
- een ziekte of handicap heeft;
- een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet;
- valt onder de doelgroep van de banenafspraak.
Rapportage loonwaarde wijzigt
Ook de rapportage loonwaarde wordt per 1 januari 2025 vervangen. Dit rapport gebruikt de loonwaarde-deskundige om schriftelijk de loonwaarde vast te stellen die nodig is om het bedrag te kunnen bepalen van de loonkostensubsidie. Inhoudelijk verandert er niets aan de loonwaardebepaling, alleen aan de wijze van rapporteren.