Beoordelen volgens het WAKKER-principe

Functionerings- en beoordelingsgesprekken moeten zo objectief mogelijk gevoerd worden. De objectiviteit bij dergelijke belangrijke gesprekken is te vergroten door het WAKKER-principe aan te houden.

Een deel van de organisaties heeft nog een traditionele beoordelingscyclus, met functionerings- en beoordelingsgesprekken. Goed observeren is erg belangrijk tijdens deze gesprekken. Helemaal als meerdere personen het gesprek afnemen: zij moeten dezelfde normen hanteren en het onderling eens zijn over het oordeel, omdat een werknemer anders twee verschillende boodschappen te horen krijgt. Vooroordelen bij functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn tot een minimum te beperken door het WAKKER-principe aan te houden. Dit is een methode om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen over het gedrag en de competenties van een werknemer.

Stappenplan bij beoordelen

Bij het WAKKER-principe houdt de leidinggevende bij een functionerings- of beoordelingsgesprek (tool) het volgende stappenplan aan:

• Waarnemen: observeer het concrete, feitelijke gedrag van de werknemer. Wat doet en zegt hij, en wat doet en zegt hij niet?
• Aantekeningen maken: schrijf waarnemingen op zodat deze nog zijn terug te lezen.
• Klasse bepalen: koppel het gedrag van de werknemer aan de competenties die voor de functie van belang zijn.
• Kwantificeren: maak onderscheid tussen observaties en de verschillende niveaus van vereiste competenties (tool) en hang hier een score aan.
• Evalueren: bespreek de beoordeling (eventueel) met de eigen leidinggevende.
• Rapporteren: bespreek de conclusies met de werknemer en neem deze op in het verslag (tool).

Welke waardering?

Beschrijf dus altijd eerst het concreet waargenomen gedrag en geef pas na afloop daarvan een waardering. Bepaal welke beloning (bijvoorbeeld in de vorm van een periodiek) bij het functioneren hoort en welk niveau de werknemer uiteindelijk moet behalen. Geef ook aan binnen welke termijn de werknemer dat niveau moet hebben bereikt.