Geen pensioenopbouw over bijtelling auto van de zaak

Het privévoordeel dat de werknemer heeft omdat zijn werkgever hem een auto ter beschikking stelt, moet de werkgever tot het loon rekenen. Maar let op, de werkgever mag het voordeel niet als pensioengevend loon aanmerken.

Voor een juiste pensioenopbouw moet de werkgever eerst berekenen wat het pensioengevend loon is van de werknemer. Welke loonbestanddelen meetellen, hangt ook af van wat er voor een specifieke organisatie of in een eventuele cao is bepaald. Vaak tellen in ieder geval de volgende onderdelen mee:

• totale jaarlijkse brutoloon;
• vakantiegeld;
• eventuele overige toeslagen. 

Voordeel privégebruik is uitgesloten van pensioengevend loon

De loonbijtelling (tool) voor privégebruik van een auto van de zaak is altijd loon van de werknemer, dat de werkgever normaal moet belasten. Hij moet dus loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden, premies werknemersverzekeringen betalen en de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) betalen of de bijdrage ZVW inhouden. Maar in de Wet op de loonbelasting is expliciet bepaald dat er geen pensioen mag worden opgebouwd over dit voordeel van het privégebruik van de auto van de zaak. Het genot van een ter beschikking gestelde auto is uitgesloten van de loonbestanddelen die horen tot het pensioengevend loon.

Bijtelling auto mag niet in de vrije ruimte

In de wet is ook bepaald dat de bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak altijd loon is voor de werknemer. Dit loon in natura mag de werkgever nooit aanwijzen als eindheffingsloon en in de vrije ruimte van de werkkostenregeling onderbrengen. Hij heeft hierin dus geen keuze.