U bent hier

Onderneming & Fiscus
Hoe staat het er nu voor met (nieuwe) box 3-wetgeving?

Hoe staat het er nu voor met (nieuwe) box 3-wetgeving?

Staatssecretaris Idsinga van Financiën heeft antwoord gegeven op vragen uit de Tweede Kamer over de stand van zaken met betrekking tot de Wet werkelijk rendement box 3. Hij bevestigde dat de Belastingdienst niet over voldoende capaciteit beschikt om het toekomstige box 3-stelsel in de huidige vorm volledig in te voeren per 1 januari 2027 doordat de hersteloperatie naar aanleiding van de 6 juni-arresten veel tijd opslurpt van de fiscus. Verder is er wat meer duidelijkheid gegeven over de nieuwe wet.

De hersteloperatie naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 2024 legt de komende periode een groot beslag op de capaciteit van de Belastingdienst. Er wordt momenteel aan een tegenbewijsregeling voor box 3 van de inkomstenbelasting gewerkt. De conceptwetgeving voor het rechtsherstel is gereed. De planning is om het wetsvoorstel zo snel mogelijk na de afronding van diverse interne en externe toetsen, in het eerste kwartaal van 2025 bij de Tweede Kamer in te dienen. Hierbij wordt uitgegaan van inwerkingtreding per 1 juni 2025 (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017).

Kostenaftrek en verliesverrekening wordt mogelijk

Voor wat betreft de Wet werkelijk rendement box 3 is uit het wetsvoorstel duidelijk geworden dat kostenaftrek mogelijk wordt en ook verliesverrekening met andere jaren gaat tot de mogelijkheden behoren. Voor onroerende zaken en aandelen in startups en familiebedrijven gaat een vermogenswinstbelasting gelden. De waardeontwikkeling van deze zaken wordt dus pas belast bij de realisatie ervan. Er is veel aandacht voor de behandeling van de drie categorieën vastgoed in het wetsvoorstel. De staatssecretaris gaat in op vragen over het gemengde gebruik van onroerende zaken (die voor minder dan 90% zijn verhuurd). De nettohuuropbrengst wordt hierbij belast als deze hoger is dan de vastgoedbijtelling. Verder geldt voor de waardestijging van een woning in box 3 dat de WOZ-waarde van het begin van het kalenderjaar moet worden vergeleken met de WOZ-waarde van het daaropvolgende kalenderjaar. Indien sprake is van aan- of verkoop van een woning wordt voorgesteld de waardeontwikkeling in het kalenderjaar tijdsevenredig te verdelen tussen verkoper en koper. De hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait blijven ongewijzigd om de onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan.

Wachten op advies Raad van State

Momenteel is de staatssecretaris in afwachting van het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel. Als het wetsvoorstel op bepaalde onderdelen gewijzigd moet worden, kost dat tijd en dat kan leiden tot vertraging in het wetgevingsproces. Begin dit jaar heeft de staatssecretaris al opgemerkt dat 15 maart 2025 een belangrijke datum is voor invoering van het nieuwe stelsel per 1 januari 2027. Het wetsvoorstel zou op die datum door de Tweede Kamer aangenomen moeten worden, zodat de Belastingdienst en ketenpartners zoals banken en verzekeraars tijdig voorbereidingen kunnen treffen voor de aanpassingen in hun systemen voor de benodigde gegevensleveringen.