U bent hier

Onderneming & Salaris
Tweede Kamer akkoord met 'pensioenbedrag ineens'

Tweede Kamer akkoord met 'pensioenbedrag ineens'

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich achter het voorstel voor de Wet herziening bedrag ineens geschaard. Als ook de Eerste Kamer instemt, krijgen mensen de kans om 10% van hun ouderdomspensioen in één keer te laten uitbetalen.

In het pensioenakkoord van 2019 werden niet alleen afspraken gemaakt over de hervorming van het pensioenstelsel, maar ook over een aantal andere pensioenzaken. Eén daarvan was een plan om het voor (gewezen) pensioendeelnemers mogelijk te maken een fors geldbedrag te ontvangen op het moment dat ze met pensioen gaan. Dit ‘pensioenbedrag ineens’ is dan vrij te besteden, bijvoorbeeld aan een hypotheek, verbouwing, reis of extra zorg. De afspraak werd opgenomen in de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen, maar het deel over het pensioenbedrag ineens bleek niet goed uitvoerbaar en werd daarom uitgesteld.
Daarop volgde een nieuw wetsvoorstel: de Wet herziening bedrag ineens. Dit wetsvoorstel werd ook meerdere keren uitgesteld, maar vandaag is de Tweede Kamer eindelijk akkoord gegaan. Het voorstel gaat nu naar de Eerste Kamer. Als de Senaat ergens in het komende halfjaar het voorstel aanneemt, is de kans groot dat het pensioenbedrag ineens vanaf 1 januari 2026 mogelijk is.

Financiële risico’s van pensioenbedrag ineens

Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat pensioendeelnemers de keuze krijgen om maximaal 10% van hun opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen (toolbox) in één keer te laten afkopen. Die keuze geeft een forse bestedingsvrijheid, maar heeft wel als nadeel dat de periodieke pensioenuitkering in de rest van het leven van de gepensioneerde lager wordt. De pensioenpot is immers minder gevuld na het pensioenbedrag ineens. Daarnaast zijn er nog een aantal andere financiële risico’s, zo waarschuwde het Nibud eerder. De Tweede Kamer heeft via moties suggesties gedaan voor verbeteringen, maar de meesten maakten de regeling nog ingewikkelder en werden afgewezen.

Alleen bedrag ineens bij start van pensioen

Er valt niet zomaar op elk moment van de regeling gebruik te maken. Pensioenuitvoerders mogen het pensioenbedrag ineens alleen uitkeren op de ingangsdatum van het pensioen óf in de maand januari van het jaar volgend op het jaar waarin de pensioendeelnemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Dat tweede moment wordt alleen een optie voor mensen die met pensioen gaan in de maand waarin zij de AOW-leeftijd bereiken en mensen die op de eerste dag volgend op de maand waarin zij AOW-gerechtigd worden met pensioen gaan. Bij de keuze voor het tweede moment is de gepensioneerde geen AOW-premie verschuldigd over het bedrag ineens, omdat de afkoop plaatsvindt in het jaar ná het bereiken van de AOW-leeftijd. De uitvoerder informeert werknemers hierover. De keuze kan ook aan bod komen in een persoonlijk pensioengesprek (artikel) dat de werkgever kan aanbieden.