30%-regeling mag ook bij zwangerschapsverlof

Wordt voor een werkneemster de 30%-regeling toegepast, maar voldoet zij door haar zwangerschapsverlof niet aan de salarisnorm? Dan moet bij het bepalen van het brutojaarloon voor deze norm uitgegaan worden van het jaarinkomen alsof ze geen zwangerschapsverlof heeft opgenomen.

Voor het mogen toepassen van de 30%-regeling geldt een salarisnorm. De salarisnorm per 2024 is € 46.107 (per jaar, exclusief de onbelaste vergoeding). Voor jonge masters en promovendi die jonger zijn dan 30 jaar geldt een verlaagde norm van € 35.048. Als een werkneemster met zwangerschapsverlof (infographic) gaat, krijgt ze een uitkering van UWV. De werkgever betaalt dus het loon niet door, waardoor de werkneemster op een lager brutojaarloon uitkomt en mogelijk niet meer aan de salariseis voldoet.

Ook geldig bij ander kind-gerelateerd verlof

Toch blijft het recht op de 30%-regeling in dat geval bestaan. De overheid vindt het namelijk onwenselijk als een werkneemster door haar zwangerschapsverlof geen recht meer zou hebben op de toepassing van de 30%-regeling. Daarom kan voor de berekening van het brutojaarinkomen (tool) uitgegaan worden van het jaarinkomen alsof ze geen zwangerschapsverlof heeft opgenomen. De werkgever hoeft dus niet uit te gaan van het daadwerkelijk uitgekeerde brutojaarloon.
Deze manier van omgaan met de 30%-regeling geldt overigens ook voor werknemers die ouderschapsverlof, geboorteverlof, aanvullend geboorteverlof, pleegzorgverlof en adoptieverlof opnemen en daardoor niet aan de salarisnorm voldoen.