U bent hier

Onderneming & Fiscus
Doorgeven werkelijk rendement box 3 kan pas in 2025

Doorgeven werkelijk rendement box 3 kan pas in 2025

De Belastingdienst werkt aan een systeem waarmee belastingplichtigen zelf hun werkelijke rendement in box 3 kunnen doorgeven. Daarmee kunnen zij dan aantonen dat zij in aanmerking komen voor extra compensatie omdat de box 3-heffing volgens de Hoge Raad nog steeds discriminerend is. De planning is nu dat het formulier hiervoor in juni 2025 online komt. Eerst krijgen belastingplichtigen komende oktober een informatiebrief over het verdere traject.

Even in vogelvlucht: hoe staat het er ook weer voor met box 3 van de inkomstenbelasting? Eind 2021 heeft de Hoge Raad de systematiek voor de heffing op spaargeld en beleggingen naar de prullenbak verwezen. Dat heeft de overheid geprobeerd te repareren met wetgeving: een 'herstelwet' voor de jaren 2017 tot en met 2022 en een 'overbruggingswet' voor 2023 en verder. Maar afgelopen juni heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze wetgeving nog steeds discrimineert als het werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Belastingplichtigen moeten daarom de mogelijkheid krijgen om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfait. En als dat zo is, moeten zij alleen aangeslagen worden voor dit lagere rendement. Een nieuw stelsel voor de heffing in box 3 is al een tijdje in de maak, en gaat op z'n vroegst in 2027 in. 

Planning voor hersteloperatie box 3

Het nieuwe kabinet heeft inmiddels een eerste analyse klaar van de juni-arresten van de Hoge Raad. De overheid gaat nu eerst aan de slag met het bepalen van de doelgroep en de definitie van 'werkelijk rendement' (zie verderop in dit artikel). En de Belastingdienst werkt aan het bouwen en testen van het digitale formulier 'Opgaaf werkelijk rendement' (OWR). Maar om eerst de hamvraag voor belastingplichtigen te beantwoorden: hoe ziet de conceptplanning er nu uit?

  • Oktober 2024: versturen van informatiebrieven aan belastingplichtigen die mogelijk in aanmerking komen voor rechtsherstel. In die brief wordt uitgelegd wat de belastingplichtige moet doen en hoe het verdere traject er globaal uitziet.
  • Juni 2025: geplande datum dat het OWR-formulier definitief online komt, Belastingdienst stuurt 'attentiebrieven' aan belastingplichtigen om te laten weten dat zij dit formulier kunnen gaan invullen.
  • Vierde kwartaal van 2025: vaststellen definitieve aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2021 tot en met 2024 (eerder zijn deze aanslagen aangehouden).
  • Tweede kwartaal van 2026: vaststellen van verminderingsbeschikkingen voor de jaren 2017 tot en met 2024.

Definitie voor werkelijk rendement vastleggen

Voordat er sprake kan zijn van verder rechtsherstel voor belastingplichtigen die te veel belasting hebben betaald in box 3, moet het kabinet eerst vaststellen wat nu eigenlijk onder het 'werkelijk rendement' valt. De Hoge Raad heeft in zijn arresten wel al verschillende richtlijnen gegeven (verdiepingsartikel), zoals dat het rendement per jaar bepaald moet worden en dat er geen rekening wordt gehouden met de inflatie. Het kabinet voegt daar in een brief (pdf) onder meer aan toe dat het uitgaat van het 'kasstelsel'. Dus bijvoorbeeld rente op spaargeld die betrekking heeft op 2022 maar pas in 2023 wordt bijgeschreven, telt als rendement voor 2023. Tegelijkertijd moeten er nog een aantal knopen worden doorgehakt. Zo heeft de Hoge Raad zich niet uitgelaten over de vraag hoe de waardeontwikkeling van een woning moet worden bepaald als de woning in de loop van het jaar wordt verkocht of gekocht.
Het kabinet wil de definitie van wat er onder het werkelijk rendement valt in augustus klaar hebben. Aan de hand daarvan kan de Belastingdienst ook het OWR-formulier verder afmaken, want dan is dus ook pas duidelijk wat belastingplichtigen precies allemaal moeten opgeven. Het is de bedoeling dat via dit formulier straks automatisch verwerkt kan worden. Wat dit betekent voor de andere ICT-uitdagingen van de Belastingdienst wordt overigens nog in kaart gebracht. 

Kosten hersteloperatie dekken in begroting

Staatssecretaris Idsinga van Financiën laat in zijn brief nog eens weten dat er in het hoofdlijnenakkoord van de coalitie geen rekening is gehouden met de kosten die deze operatie met zich meebrengt. Eerder heeft het vorige kabinet al gemeld dat de kosten in elk geval € 4 miljard bedragen. Idsinga noemt geen bedragen, alleen dat het om 'meerdere miljarden' gaat. Hoe het kabinet dit gaat opvangen, wordt in augustus besloten. Op Prinsjesdag moet dan uit de begrotingen blijken op welke manier de kosten worden gedekt.