U bent hier

Onderneming & Fiscus
Online platform Temper is geen uitzendbureau

Online platform Temper is geen uitzendbureau

Voor het bestaan van een uitzendovereenkomst is vereist dat er sprake is van formeel werkgeversgezag. Bij online platform Temper is hiervan geen sprake, zo oordeelde de rechtbank Amsterdam.

Temper is een online platform voor werk. Werkenden en opdrachtgevers kunnen elkaar vinden via dit platform en sluiten bij een match overeenkomsten met elkaar over uit te voeren werkzaamheden.

Vakbonden: geen zzp’ers, maar uitzendkrachten

De vakbonden CNV en FNV startten een procedure tegen Temper, omdat zij van mening waren dat er sprake was van schijnzelfstandigheid (verdiepingsartikel) van de werkenden. In de praktijk zouden de werkenden geen zzp’ers, maar uitzendkrachten zijn.
Temper stelde zich op het standpunt dat de werkzaamheden via het platform plaatsvinden op basis van een opdrachtovereenkomst tussen opdrachtgevers en werkers, waarbij het platform slechts een bemiddelende rol vervult. Temper is geen uitzendbureau of werkgever.

Uitzendovereenkomst is bijzondere overeenkomst

De rechtbank benoemt in de uitspraak de voorwaarden om te kunnen spreken van een uitzendovereenkomst (verdiepingsartikel). Er moet allereerst zijn voldaan aan de vereisten van een arbeidsovereenkomst: (persoonlijke) arbeid, gedurende een zekere tijd, in dienst (onder gezag) van de werkgever. In het Deliveroo-arrest stelde de Hoge Raad al vast dat de beoordeling van het bestaan van een arbeidsovereenkomst moet plaatsvinden aan de hand van alle omstandigheden van het geval, bezien in onderlinge samenhang (de zogenoemde Haviltex-maatstaf).
Daarnaast is er pas sprake van een uitzendovereenkomst als de arbeid wordt verricht in de organisatie van de inlener, waarbij het materieel werkgeversgezag (de feitelijke aansturing) ligt bij de inlener, maar het formeel werkgeversgezag (rechtspositie en premieplicht) bij de uitlener.

Geen formeel werkgeversgezag

In deze zaak oordeelde de rechtbank dat – in tegenstelling tot de zaak Deliveroo – niet de relatie tussen de werkenden en Temper moest worden beoordeeld, maar de driehoeksrelatie tussen de werkers, de opdrachtgevers en Temper. De rechtbank paste wel de gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest toe, maar bezag die in het kader van de driehoeksverhouding. Omdat de betaling van de werkenden plaatsvond via het platform van Temper, nam de rechtbank ook de overwegingen uit de Helpling-zaak mee in de beoordeling. Daar was de verplichte betaling via het platform namelijk één van de redenen om een uitzendovereenkomst aan te nemen.
De rechtbank kwam alles afwegende tot het oordeel dat er geen sprake is van formeel werkgeverschap van Temper. Ook al loopt de facturering en betaling standaard via het door Temper aangewezen betaalplatform Finqle; Temper betaalt zelf niets aan de werkers. Dat is een sterke 'contra-indicatie' voor het aannemen van een uitzendovereenkomst. Bij een uitzendovereenkomst wordt het loon immers betaald door de uitzendwerkgever. Er is geen sprake van een uitzendovereenkomst of een andere soort arbeidsovereenkomst.
Rechtbank Amsterdam, 10 juli 2024, ECLI (verkort): 3987

EU-richtlijn over platformarbeid

Op Europees niveau is in maart 2024 een richtlijn aangenomen die de arbeidsrechten van platformwerkers beter moet beschermen. De EU-richtlijn moet schijnzelfstandigheid tegengaan en verplicht platformen transparanter te zijn over algoritmes. Het kabinet liep daar al op vooruit door in oktober 2023 een conceptwetsvoorstel te publiceren om te verduidelijken wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden. Wel is er veel kritiek op de werking en regeldruk van het wetsvoorstel, dat waarschijnlijk niet vóór 2026 ingaat.