Ook toekomstige cao gaat mee bij overgang van onderneming
Een werkgever die een organisatie overneemt, moet de rechten van die werknemers ook overnemen. Bij een dynamisch incorporatiebeding gaat niet alleen de geldende cao over, maar ook toekomstige versies daarvan. Dat heeft de Hoge Raad vastgesteld.
Bij overgang van onderneming geldt de hoofdregel dat de rechten en verplichtingen die tussen een werkgever en werknemer op het tijdstip van de overname golden, overgaan op de nieuwe, overnemende werkgever. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat ook een dynamisch incorporatiebeding mee overgaat op de overnemende werkgever.
Dynamisch incorporatiebeding afgesproken
In de arbeidsovereenkomsten van de werknemers in deze zaak stond een zogeheten dynamisch incorporatiebeding (tool). Dit is een beding waarmee een cao, inclusief toekomstige versies van die cao, van toepassing wordt verklaard op de arbeidsovereenkomst.
Hierbij is het Asklepios-arrest van het Europese Hof van Justitie (HvJEU) van belang. Hierin is bepaald dat dynamische incorporatiebedingen ook overgaan bij overgang van onderneming, op voorwaarde dat het recht van de betreffende EU-lidstaat mogelijkheden biedt om die afspraak te wijzigen (V&A), bij overeenkomst of via eenzijdige wijziging.
HvJEU, 27 april 2017, ECLI (verkort): 317
Geldende of ook toekomstige cao?
De werkgever was van mening dat hij de cao moest toepassen (verdiepingsartikel) tot het einde van de looptijd daarvan, omdat hij daarmee de rechten van de werknemers die op het tijdstip van de overname golden, voldoende had gerespecteerd. Over de arbeidsvoorwaarden na afloop van de cao mocht hij met de werknemers andere afspraken maken. In deze zaak gingen alle werknemers hiermee akkoord.
De vakbonden vonden dat een dynamische incorporatiebeding betekent dat een werkgever ook de toekomstige versies van de cao moet respecteren. Werknemers kunnen niet bij overeenkomst afzien van hun rechten als deze in hun nadeel werken, zoals in deze zaak het geval was.
Dynamisch incorporatiebeding gaat over
De Hoge Raad besliste dat een overnemende werkgever in principe een dynamisch incorporatiebeding moet respecteren. Het Nederlands recht kent namelijk voldoende mogelijkheden om na de overname alsnog andere afspraken met werknemers te maken en voldoet daarmee aan de voorwaarden van het Asklepios-arrest. Het wijzigen van arbeidsvoorwaarden is namelijk mogelijk via het sluiten van een nieuwe arbeidsovereenkomst met de werknemers, via een eenzijdig wijzigingsbeding of met beroep op goed werknemerschap.
De werkgever mocht daarom met de werknemers afspreken dat nieuwe versies van de cao niet langer zouden worden toegepast op de arbeidsovereenkomst. Desondanks kreeg de werkgever in deze zaak geen gelijk, omdat hij de nieuwe arbeidsovereenkomsten al had gesloten vóór de overname. Hiermee had hij de rechten van de werknemers op het tijdstip van de overname onvoldoende gerespecteerd.
Hoge Raad, 12 juli 2024, ECLI (verkort): 1068