U bent hier

Onderneming & Administratie
Pensioenregeling ter goedkeuring voorleggen aan fiscus

Pensioenregeling ter goedkeuring voorleggen aan fiscus

Voordat een werkgever een nieuwe of gewijzigde pensioenregeling invoert, kan hij deze eerst voorleggen aan de Belastingdienst. De inspecteur beoordeelt dan of de regeling voldoet aan de fiscale voorwaarden, of niet.

Door de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen op 1 juli 2023, moeten pensioenregelingen worden aangepast. Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen wees onlangs erop dat de Wet op de loonbelasting de mogelijkheid biedt om een nieuwe of gewijzigde pensioenregeling fiscaal te laten toetsen door de Belastingdienst.

Tijdig voorgelegd? Dan met terugwerkende kracht aan te passen

Als een werkgever wil dat de fiscus de nieuwe of gewijzigde pensioenregeling beoordeelt, kan hij deze voorleggen aan de voor hem bevoegde belastinginspecteur, inclusief de juridische stukken. Het is van belang dat hij dit doet voordat hij de pensioenregeling in de organisatie invoert. Blijkt namelijk nadat de uitkomst van de toetsing bekend is, dat de regeling nog moet worden aangepast dan kan dit met terugwerkende kracht gebeuren zonder fiscale gevolgen. Maar dat kan alleen in het geval de regeling is voorgelegd vóór deze is ingevoerd. Alleen in dat geval biedt dit de mogelijkheid om de regeling zonder fiscale gevolgen met terugwerkende kracht aan te passen, als dit nodig blijkt nadat de uitkomst van de toetsing bekend is. Na het moment van voorleggen kan de organisatie de regeling direct invoeren.

Inspecteur beslist met voor bezwaar vatbare beschikking

Vervolgens beslist de inspecteur in een beschikking of de voorgelegde regeling voldoet aan de fiscale voorwaarden. Tegen de uitkomst van de beschikking kan de werkgever bezwaar maken. Komt onherroepelijk vast te staan dat de regeling niet voldoet aan de fiscale voorwaarden? Dan moet de werkgever de regeling direct en met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip van ingang van de regeling zodanig aanpassen dat de regeling wél voldoet aan die voorwaarden. In dat geval wordt de aangepaste regeling geacht met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip van invoeren een fiscaal aanvaardbare pensioenregeling te zijn. Is de regeling niet voorgelegd vóór het moment dat deze is ingevoerd? Dan is de omkeerregel niet van toepassing als de inspecteur een onzuiverheid van de regeling constateert. Dat kan een dure grap worden.