Beschikbare uren tellen niet mee voor urencriterium
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB) mag de uren die hij beschikbaar is voor de onderneming niet meetellen om daarmee aan het urencriterium van 1.225 uur. te voldoen. Daardoor kan de ondernemer dus de zelfstandigenaftrek mislopen. Dit is onlangs aangegeven door rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Om voor de ondernemersaftrek zoals de zelfstandigenaftrek en startersaftrek in aanmerking te komen moet een ondernemer voor de IB voldoen aan het urencriterium. Dit criterium houdt in dat de ondernemer minstens 1.225 uur (tool) aan de onderneming moet spenderen per jaar. Hierbij kan het gaan om directe maar ook indirecte uren die een ondernemer aan de onderneming besteedt. Maar niet alle uren tellen mee zoals een ondernemer met een autowasserij onlangs ontdekte.
Beschikbare uren voor onderneming moeten ook meetellen?
In deze zaak weigerde de inspecteur de geclaimde zelfstandigenaftrek (infographic) van een IB-ondernemer in een aantal jaren omdat er niet aan het urencriterium was voldaan door de man. De ondernemer was het hier niet mee eens want hij vond dat de uren dat hij zich beschikbaar moest houden voor de onderneming ook mee moesten tellen voor het urencriterium en ging in beroep. De ondernemer stelde voor de rechter dat hij in 2019 in totaal 300 uur en in 2020 in totaal 195 uur aan zijn onderneming had besteed in verband met de werkzaamheden aan de tweedehands installatie voor wasplaatsen. Maar los van het feit of de door de man gestelde (directe) uren al aannemelijk waren, moest de man volgens de rechter, om aan het urencriterium te voldoen, in 2019 ten minste 925 uur en in 2020 ten minste 1030 uur aan andere werkzaamheden (indirecte uren) aan zijn onderneming hebben besteed. Werkzaamheden zoals het schoonmaken en onderhouden van het terrein, de gebouwen en de wasinstallaties, en het bijhouden van de dagelijkse administratie. Daar had de ondernemer echter geen bewijzen voor aangeleverd. Het betoog van de man dat hij aan het urencriterium voldeed omdat hij gedurende de openingstijden bereikbaar moest zijn voor zijn onderneming kon de rechtbank niet volgen.
Feitelijk drijven onderneming houdt meer in dan beschikbaar zijn
De rechter wees het beroep af omdat de man geen urenverantwoording of andere stukken kon overleggen dat hij de (indirecte en directe) uren aan zijn onderneming had besteed en gaf verder aan dat het feitelijk drijven van een onderneming meer inhoudt dan het zich beschikbaar houden voor de onderneming. De beschikbare uren telden ook niet mee voor het urencriterium.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 juni 2024, ECLI (verkort): 3942