Wel en niet inwisselbare woorden in zakelijke teksten
Met woorden die erg op elkaar lijken, gaan taalgebruikers nogal eens de mist in. Als die woorden niet inwisselbaar zijn, kan dat grappige taferelen opleveren. In het zakelijke verkeer kunnen zulke taalfouten wel voor een imagodeuk zorgen.
Enkele voorbeelden van woorden in de Nederlandse taal die erg op elkaar lijken, maar zeker niet inwisselbaar zijn:
- Karwei en karwij. De eerste is een flinke klus, de tweede een keukenspecerij.
- Toost en toast. Een toost is een toespraakje waarbij iemand in het zonnetje wordt gezet, toast is een stuk geroosterd brood.
- Kattebelletje en kattenbelletje. De eerste is een snel geschreven briefje, de tweede een belletje aan de halsband van een poes.
- Werkloos en werkeloos. Als iemand werkloos is, heeft hij geen baan. Iemand die werkeloos is, heeft niets of te weinig om handen (artikel).
Andere schrijfwijze
Er zijn ook woorden die op twee verschillende manieren te schrijven zijn (toolbox). Zónder betekenisverschil, dus deze woorden zijn wel inwisselbaar te gebruiken. Het is dan meer een kwestie van wat mooier klinkt of beter past in de tekst. Voorbeelden hiervan zijn keus en keuze, makkelijk en gemakkelijk, enzovoort en enzovoorts, oppervlak en oppervlakte, eind en einde.
Valse vrienden
Bij vertalingen loopt men nog weleens tegen het fenomeen 'valse vrienden' aan. Dit zijn woorden in verschillende talen die op elkaar lijken of hetzelfde klinken, waardoor een taalgebruiker al snel de conclusie kan trekken dat ze hetzelfde betekenen. In werkelijkheid is de 'vriendschap' van die woorden (de gelijkenis) dus 'vals' (incorrect). Nu zullen de meesten het verschil tussen het Engelse pain (pijn) en het Franse pain (brood) nog wel weten, maar dat is bij het Engelse jubilation (geluksgevoel) en het Spaanse jubilación (pensioen) waarschijnlijk een ander verhaal. Hoewel een naderende jubilación ongetwijfeld bij veel werkenden jubilation oproept, zijn het toch echt valse vrienden.