Fiscale voordelen voor ondernemers 'missen hun doelen'
De fiscale voordelen voor ondernemers in de inkomstenbelasting lijken niet hun doel te bereiken, namelijk meer werkgelegenheid en investeringen aanjagen. Dat blijkt uit een nieuwe evaluatie van deze regelingen, zoals de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Ondernemersorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW pleiten daarom voor een ombouw van de regelingen.
Ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB) kunnen aanspraak maken op verschillende vormen van ondernemersaftrek (toolbox). IB-ondernemers zijn onder meer zzp'ers en ondernemers met een vennootschap onder firma (vof). De regelingen voor ondernemersaftrek hebben deels als doel om ondernemerschap te stimuleren en deels om de fiscale behandeling van de verschillende rechtsvormen enigszins in evenwicht te houden.
Zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling onderzocht
Onderzoekers hebben nu een evaluatie uitgevoerd van allerlei regelingen voor IB-ondernemers, om te zien of ze hun doel wel bereiken. En daarmee of het een efficiënte besteding is van overheidsgeld. Met alle onderzochte regelingen bij elkaar is jaarlijks namelijk een kleine € 3,5 miljard gemoeid. In de evaluatie zijn de volgende regelingen tegen het licht gehouden.
- Zelfstandigenaftrek: de IB-ondernemer mag een bedrag (in 2024 is dat € 3.750) in mindering brengen op de winst. Dit bedrag is de afgelopen jaren afgebouwd.
- Startersaftrek: extra verhoging van de zelfstandigenaftrek, voor ondernemers aan de voorwaarden van een 'starter' voldoen. Zij mogen de aftrek (€ 2.123 in 2024) maximaal drie keer gebruiken in de eerste 5 jaar van het ondernemerschap.
- Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid: regeling voor ondernemers die een onderneming beginnen vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Onder voorwaarden kunnen zij een aftrek van maximaal € 12.000 krijgen in een jaar. Voor deze aftrek geldt een verlaagd urencriterium van minimaal 800 uur per jaar.
- Willekeurige afschrijving starters: ondernemers die voldoen aan de voorwaarden voor het ontvangen van startersaftrek, kunnen bepaalde investeringen in de opstartfase willekeurig afschrijven. Sneller afschrijven verlaagt de winst en daarmee de belastingrekening.
- Mkb-winstvrijstelling: een algemene aftrekpost voor IB-ondernemers, van 13,31% in 2024. Dit is dus ongeacht of de ondernemer aan het urencriterium voldoet.
- Terbeschikkingstellingsvrijstelling (tbs-vrijstelling): de tbs-regeling (verdiepingsartikel) zorgt ervoor dat inkomsten uit het ter beschikking stellen van sommige vermogensbestanddelen in box 1 van de IB belast zijn, in plaats van in box 3. Ter compensatie is er een vrijstelling op dit inkomen in box 1 van toepassing, van 12%.
- Stakingsaftrek: een IB-ondernemer die de onderneming beëindigt, mag eenmalig een bedrag (€ 3.630 in 2024) in mindering brengen op een belaste winst die overblijft bij de staking.
- Meewerkaftrek: een aftrekpost voor een IB-ondernemer van wie de partner ook in de onderneming werkt, en wel minstens 525 uur per jaar tegen een vergoeding van minder dan € 5.000. De aftrek hangt af van het aantal gewerkte uren.
Werkgelegenheid, investeringen en innovatie zijn doelen
Bij de evaluatie hebben onderzoekers dus bekeken of deze regelingen voldoen aan hun oorspronkelijke doel, veelal het stimuleren van ondernemerschap. En daarbij gaat het de overheid dan niet zozeer om het 'kweken' van zo veel mogelijk ondernemers, maar vooral om de positieve neveneffecten voor de economie. Namelijk: nieuwe werkgelegenheid, meer investeringen en innovatie. Langs die meetlat hebben de onderzoekers de regelingen dus gelegd. En het oordeel is niet mals. Hoewel de onderzoekers zich moeten baseren op bedrijfsgegevens die niet álles zeggen, lijkt het merendeel van de regelingen de doelen niet te halen. Gemeten over de periode 2010 tot en met 2021 is het aandeel ondernemers dat voldoet aan minstens één doel (werkgelegenheid, investeringen of innovatie) gedaald van 25% naar 15%. Ook IB-ondernemingen met relatief hogere winsten (meer dan € 50.000), die dus meer financiële speelruimte hebben, voldoen nauwelijks meer aan de doelen dan ondernemers met lagere winsten. De onderzoekers concluderen dan ook: een beperkt deel van de ondernemers voldoet aan de doelen, en dit aandeel neemt ook af over de tijd.
'Zeer beperkt doeltreffend', luidt het oordeel
Daarmee suggereren de data dat de stimulans vanuit de overheid dus in de meeste gevallen zijn doel voorbij schiet, aldus de evaluatie (pdf). Voor de meeste regelingen is het oordeel op basis van de data-analyse dan ook 'waarschijnlijk zeer beperkt doeltreffend'. Het duidelijkst is dat bij de zelfstandigenaftrek. Samen met de mkb-winstvrijstelling zijn dit volgens de onderzoekers 'grote ongerichte regelingen, waardoor het risico op verspilling op de loer ligt'. Maar waar de mkb-winstvrijstelling nog helpt om een globaal fiscaal evenwicht tussen IB-ondernemers en directeuren-grootaandeelhouders te bereiken, doet de zelfstandigenaftrek dat niet. Voor de stakingsaftrek concluderen de onderzoekers dat het doel niet meer legitiem is en ook geen vorm van stimuleren van ondernemerschap, en de werking van de meewerkaftrek is achterhaald. Deze laatste regeling levert in de praktijk ook nauwelijks voordeel op, stellen de onderzoekers na navraag bij experts.
Daar komt nog bij dat de meeste regelingen relatief hoge uitvoeringskosten hebben vanwege het handhaven van het urencriterium. Ook blijken ondernemers niet met hordes tegelijk het ondernemerschap aan de wilgen te hangen als de zelfstandigenaftrek of de mkb-winstvrijstelling zou worden afgeschaft. De onderzoekers hebben IB-ondernemers daar namelijk over ondervraagd, en 8% stopt als ondernemer als de zelfstandigenaftrek verdwijnt. Een deel gaat de bv in (infographic), maar het overgrote deel blijft IB-ondernemer. Een soortgelijk beeld is er voor het schrappen van de mkb-winstvrijstelling.
Wat zijn de vervolgstappen?
Vraag is nu wat er met de evaluatie gaat gebeuren. De vuistregel is dat een regeling bij een negatieve evaluatie afgeschaft of versoberd moet worden, omdat de overheid werk wil maken van het uit de lucht halen van inefficiënte regelingen. Maar vanwege de demissionaire status van het kabinet laat staatssecretaris Van Rij van Financiën dat aan een nieuw kabinet. Ondernemersorganisatie MKB-Nederland en VNO-NCW geven wat dat betreft alvast een voorzet in een reactie op de evaluatie. Hoewel de regelingen volgens de organisaties goed hebben gewerkt om het ondernemerschap in Nederland aan te jagen, zorgen ze er nu voor 'dat mensen op bijvoorbeeld onjuiste en fiscale gronden kiezen' voor het IB-ondernemerschap. De regelingen zouden daarom nu meer gericht moeten worden op het belonen van investeren, innoveren en werkgeverschap, om zo te zorgen dat ondernemingen ook doorgroeien. Hoe die ombouw er precies uit moet zien, vermelden de werkgeversorganisaties nog niet.