Kabinet herhaalt: geen kwijtschelding coronaschuld
De vanwege corona uitgestelde belastingschulden blijven als een donkere wolk boven een deel van het Nederlandse bedrijfsleven hangen. Het kabinet benadrukt nog eens dat er geen algehele kwijtschelding van de schulden komt, en dat ondernemers die nog niets hebben afgelost dus in actie moeten komen.
Het uitstel van belastingbetaling was een belangrijke pijler onder het steunpakket van de overheid dat ondernemingen door de coronacrisis moest loodsen. Ondernemers mochten de aanslagen voor onder meer de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting even laten liggen. Maar sinds 1 oktober 2022 moeten ondernemers verplicht aflossen op deze schulden. In de meeste gevallen moeten zij de schuld in maximaal 5 jaar terugbetalen.
Betalingsregeling ingetrokken bij grote achterstand
Bij de start van de terugbetalingstermijn stond het bedrijfsleven voor € 19,6 miljard in het krijt bij de Belastingdienst. Van die schuld is inmiddels al zo'n € 10 miljard afgelost, zo blijkt uit nieuwe gegevens van het ministerie van Financiën met als peildatum 29 april 2024. Er zitten nog ruim 150.000 ondernemers in de aflossingsregeling, die nog € 9,6 miljard aan schuld open hebben staan. Van de ondernemers is zo'n driekwart ook goed op schema met het aflossen, want zij hebben tot nu toe alle termijnen betaald. Daarnaast zijn er ruim 37.000 ondernemers met betalingsachterstanden. En van die groep hebben ruim 8.300 ondernemingen nog helemaal niets afgelost. Ook heeft een deel van de ondernemers weer nieuwe belastingschulden opgebouwd.
Ondernemers die te ver achterlopen, lopen het risico dat de Belastingdienst hun betalingsregeling eenzijdig intrekt. Gevolg is dat de onderneming de openstaande schuld binnen 14 dagen in één keer moet voldoen. Gebeurt dat niet, dan kan de fiscus overgaan tot dwanginvordering (verdiepingsartikel). Tussen juli 2023 en eind april 2024 heeft de Belastingdienst 47.000 betalingsregelingen ingetrokken. Daarnaast is bij zo'n 2.000 ondernemingen de betalingsregeling geëindigd omdat zij failliet zijn gegaan.
Langere aflossingsperiode of betaalpauze
Demissionair staatssecretaris Van Rij van Financiën benadrukt in een brief over de nieuwe cijfers (pdf) nog eens dat er geen algehele kwijtschelding van de openstaande schuld komt. Van Rij roept ondernemers met betalingsproblemen daarom ook op om in actie te komen en eventueel hulp te zoeken. De staatssecretaris verwijst daarvoor naar de Kamer van Koophandel, de organisatie Geldfit Zakelijk of de gemeente. De Belastingdienst heeft 'niet het mandaat, noch de expertise en de menskracht om als schuldhulpverlener op te treden', schrijft Van Rij.
Wel kunnen ondernemers onder voorwaarden bij de fiscus vragen om versoepeling van de betalingsregeling, bijvoorbeeld een langere aflossingstermijn of een betaalpauze van maximaal zes maanden. Van Rij schrijft namelijk ook dat de Belastingdienst er belang bij heeft om de ondernemers in de betalingsregeling te houden. Want als ondernemers gewoon blijven aflossen legt dat minder beslag op de toch al drukbezette uitvoeringsorganisatie dan wanneer er dwanginvordering opgestart moet worden. De Belastingdienst geeft daarom 'de hoogte prioriteit' aan verzoeken om versoepelingen of sanering, vragen om uitstel of bezwaar- en beroepschriften van ondernemers uit de betalingsregeling, aldus Van Rij.