Leefstijl: hoe ver reikt de arm van de werkgever?
Meer dan 1,4 miljoen mensen in Nederland lopen het risico om diabetes type 2 te krijgen. Deze ziekte is vaak een gevolg van een ongezonde leefstijl. Werkgevers willen graag dat werknemers er een gezonde leefstijl op nahouden, maar hoe ver mogen zij hierbij gaan? En welke rol speelt de ondernemingsraad (OR) als een werkgever zich teveel met het privéleven van werknemers bemoeit?
Zo'n 1,1 miljoen mensen in Nederland hebben diabetes type 2. Daarnaast lopen 1,4 miljoen mensen het risico om deze vorm van suikerziekte te krijgen, zo blijkt uit nieuw onderzoek van Maastricht University. Diabetes type 2 wordt onder meer veroorzaakt door te weinig lichaamsbeweging, obesitas, ongezond eten en roken en kan leiden tot klachten als dorst, vermoeidheid, oogproblemen, nierschade en hart- en vaatziekten. Werkgevers hebben alle belang bij gezonde en vitale werknemers, maar een werkgever mag zich niet bemoeien met het privéleven van zijn werknemers. Wat een werknemer buiten werktijd doet, valt namelijk onder zijn privacyrecht. Een werkgever mag werknemers stimuleren om er een gezonde leefstijl op na te houden, maar hij mag hen geen verplichtingen opleggen en er ook geen consequenties aan verbinden als een werknemer zich niet aan zijn gezondheidsvoorschriften houdt. Er zijn echter een paar uitzonderingen.
Leefstijl mag functioneren niet negatief beïnvloeden
Als de werknemer door een ongezonde leefstijl minder goed functioneert, mag zijn werkgever hier wel iets van zeggen. Zeker als ook de veiligheid van anderen in gevaar komt. Zo moet een piloot of buschauffeur fit zijn als hij aan zijn dienst begint en moet een machinebankwerker ook helder zijn als hij machines bedient. Ook mensen met een voorbeeldfunctie, zoals politici of leraren, kunnen zich in hun privéleven minder uitspattingen veroorloven. Waar andere werknemers er misschien vanaf komen met een waarschuwing, kan dit bij deze groepen werknemers wel reden zijn voor ontslag.
OR kan bijdragen aan een gezonde leefstijl
De hele organisatie heeft er belang bij dat werknemers gezond zijn. De ondernemingsraad kan inventariseren of er bij de achterban behoefte is aan bijvoorbeeld een sportabonnement, medische begeleiding of een andere voorziening die bijdraagt aan de gezondheid van de werknemers. Heeft de achterban hier inderdaad behoefte aan, dan kan de OR een initiatiefvoorstel indienen bij de bestuurder (artikel 23, lid 3 WOR). De OR heeft een goed argument, want met een gezonde achterban zullen de verzuimkosten waarschijnlijk omlaag gaan. De OR moet hierbij wel in de gaten houden of de verwerking van de persoonsgegevens in lijn is met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Dit staat in artikel 27, lid 1k WOR. Samen met de bestuurder en de arboprofessional kan de OR bij de achterban draagvlak creëren voor en zorgen voor goede voorlichting over een gezonde leefstijl (artikel).