U bent hier

OR & Medezeggenschap
Benadeling bij zwangerschap mag niet, maar gebeurt wel

Benadeling bij zwangerschap mag niet, maar gebeurt wel

Hoewel het wettelijk verboden is om vrouwen te benadelen vanwege zwangerschap, komt in de praktijk zwangerschapsdiscriminatie veel voor. Soms gaat het om bewuste keuzes van werkgevers, maar er is ook een gebrek aan kennis over de regels.

Afgelopen weekend plaatste NU.nl een artikel over zwangerschapsdiscriminatie. De nieuwssite schrijft dat deze vorm van discriminatie de afgelopen jaren niet is afgenomen en een hardnekkig probleem blijft. Uit onderzoek blijkt dat 43% van de vrouwen rondom hun zwangerschap een situatie hebben meegemaakt die wijst op zwangerschapsdiscriminatie. Volgens het College voor de Rechten van de Mens missen veel werkgevers kennis over wat wel en niet mag. Daarnaast kennen veel vrouwen zelf niet de rechten die zij hebben vóór, tijdens en na de zwangerschap. Het regende reacties op het artikel. Van vrouwen die ongelijk zijn behandeld, maar ook van ondernemers en andere mensen met begrip voor de keuze van (kleine) werkgevers om niet in zee te gaan met iemand die ze maanden moeten missen, terwijl extra handjes hoognodig zijn.

Regels rond zwangerschap op een rijtje

Feit is dat zwangerschapsdiscriminatie wettelijk verboden is en werkgevers bij een vermoeden van discriminatie moeten kunnen bewijzen dat ze geen verboden onderscheid hebben gemaakt. Organisaties doen er goed aan de regels te kennen:

  • In de gelijkebehandelingswetgeving is bepaald dat zwangerschap (en eventuele ziekte hierdoor), moederschap of een kinderwens niet in het nadeel van vrouwen mogen werken bij sollicitaties, het aanbieden van een contract, contractbeëindiging (ook in de proeftijd!), (terugkeer na) verlof, promoties, salaris, scholing, beoordelingen, het indienen van klachten en het contact met leidinggevenden en collega’s.
  • Een werkgever mag dus geen informatie over zwangerschap, moederschap of kinderwens meewegen bij een sollicitatie. Een sollicitant hoeft niet eerlijk over deze onderwerpen te zijn. Ook bijvoorbeeld vragen over de kinderopvang zijn niet de bedoeling.
  • De financiële consequenties van afwezigheid door zwangerschap worden deels opgevangen door UWV, die de verlofuitkeringen betaalt. De overige lasten moet de werkgever zelf dragen, net als bij uitval van werknemers om andere redenen.
  • Zwangeren hebben recht op extra rustpauzes, doorbetaalde zwangerschapsonderzoeken, borstvoeding en kolven onder werktijd, bescherming tegen gevaarlijk werk en tijdens nachtdiensten en mogelijkheden om minder uren te werken en verlof op te nemen.
  • De werkneemster meldt uiterlijk drie weken voordat ze met zwangerschapsverlof wil gaan bij de werkgever dat ze zwanger is. Bij voorkeur doet ze dit natuurlijk eerder en in de praktijk gebeurt dat ook. De werkgever en werkneemster maken samen afspraken over het werk, het verlof en de terugkeer (toolbox).