Fiscaal partners kunnen maar één eigen woning in aangifte opnemen
Fiscaal partners kunnen samen maar één eigen woning hebben ook al wonen zij ieder in een apart huis. In hun aangifte inkomstenbelasting kunnen zij dus maar een en dezelfde eigen woning opnemen. De Hoge Raad heeft onlangs een hofuitspraak hierover bevestigd.
Net als echtgenoten zijn geregistreerd partners elkaars fiscaal partner (V&A). Als fiscaal partners meer dan één eigen woning hebben, kunnen de belastingplichtige en de partner bij de aangifte inkomstenbelasting (IB) kiezen welke woning zij als hoofdverblijf willen aanmerken. Doen ze apart aangifte, dan is de aangifte die als eerste bij de Belastingdienst binnenkomt bepalend voor de keuze. De keuze mogen de fiscaal partners ieder jaar opnieuw bepalen. Maken de partners geen keuze, dan is er geen sprake van een eigen woning in box 1 van de IB. In onderstaande zaak waren fiscaal partners het er niet mee eens dat ze niet ieder hun eigen woning konden opnemen in de aangifte IB.
Niet meer dan één hoofdverblijf in aanmerking nemen
Het ging hier om een man en een vrouw die geregistreerd partners waren en een LAT-relatie hadden. Zij bezaten ieder een woning waarin zij woonden en ook waren ingeschreven bij de gemeente. Bij hun gezamenlijke aangifte inkomstenbelasting gaven zij ieder hun woning aan als eigen woning. De inspecteur was het hier niet mee eens en corrigeerde de aangifte en merkte een van de woningen aan als box 3-vermogen. Hof Amsterdam stelde dat in art. 3.111, lid 8, Wet IB is bepaald dat bij een belastingplichtige en zijn fiscaal partner tezamen niet meer dan één hoofdverblijf in aanmerking kunnen worden genomen. en daarom werd het beroep afgewezen.. De man en de vrouw gingen daarop in cassatie bij de Hoge Raad. Maar de Hoge Raad was het eens met het Hof en wees het cassatieberoep zonder nadere motivering af.
Hof Amsterdam 29 maart 2023 ECLI (verkort): 723, Hoge Raad, 9 februari 2024, ECLI (verkort): 197