Meer vrouwen in RvC sinds aankondiging ingroeiquotum
Sinds de aankondiging van de Wet ingroeiquotum en streefcijfers in 2020 is er sprake van een betere man/vrouw-verhouding in de raden van commissarissen (RvC) van beursgenoteerde bedrijven. Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) naar de kortetermijneffecten van de invoering van het ingroeiquotum (ook wel: vrouwenquotum).
De Wet ingroeiquotum en streefcijfers moet zorgen voor een evenwichtiger man/vrouw-verhouding binnen de RvC van beursgenoteerde bedrijven. De wet, die sinds 1 januari 2022 van kracht is, regelt onder meer dat Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen bij nieuwe benoemingen voor de raad van commissarissen ervoor moeten zorgen dat de RvC voor minimaal een derde uit vrouwen en voor minimaal een derde uit mannen bestaat. De wet regelt ook dat alle overige grote vennootschappen streefcijfers moeten opstellen en moeten rapporteren over de man/vrouw-verhouding van de RvC, het bestuur en de subtop. Sinds de aankondiging van de invoering van het ingroeiquotum in 2020 zijn bedrijven al begonnen met benoemingen die bijdragen aan een betere man/vrouw-verhouding in de RvC. Dit blijkt uit onderzoek van het CPB (zie onder ‘Het onderzoek’).
Bindend quotum heeft meer effect dan vrijblijvende streefcijfers
In de periode van de aankondiging (2020) tot en met het eerste jaar van de inwerkingtreding van het ingroeiquotum (2022) steeg het aantal bedrijven dat hieraan voldeed van 34,5% naar 81,7%. Hiervan was 38% toe te schrijven aan het ingroeiquotum. Bij een controlegroep van niet-beursgenoteerde bedrijven in dezelfde sectoren en met een vergelijkbare omzet steeg het aandeel vrouwen in de RvC in diezelfde periode tot slechts 43%. Het bindende quotum van beursgenoteerde bedrijven zorgde dus voor een grotere groei van het aandeel vrouwen in de RvC dan de streefcijferregeling bij overige grote vennootschappen. Bijna één op de vijf bedrijven met een bindend quotum (18%) voldeed in 2022 echter nog niet aan het quotum en bijna één op de tien (8,5%) had helemaal geen vrouw in de RvC.
OR kan bijdragen aan betere man/vrouw-balans in bedrijfstop
De ondernemingsraad (OR) kan eraan bijdragen dat er een evenwichtiger verdeling komt van mannen en vrouwen in de bedrijfstop. Dit is zelfs een speciale taak van de OR (artikel 28, lid 3 WOR). De OR heeft daar verschillende bevoegdheden voor. Bij grote vennootschappen heeft de OR het recht om commissarissen aan te bevelen (artikel 2:158/268 BW). Daarnaast heeft de OR recht op een adviesaanvraag bij de benoeming van een bestuurder (artikel 30 WOR). Door kandidaten voor te dragen of te adviseren over aanstellingen in de bedrijfstop, kan de OR zorgen voor een meer gelijkwaardige verhouding van het aantal mannen en vrouwen in de top en op die manier invloed uitoefenen op de strategische ontwikkelingen van de organisatie.
Het onderzoek
Het Centraal Planbureau analyseerde op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de effecten van het ingroeiquotum (ook wel ‘vrouwenquotum’ of ‘diversiteitsquotum’) voor de raad van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven op de korte termijn. Het onderzoeksrapport ‘Effecten van het diversiteitsquotum op de korte termijn’ (pdf) kwam tot stand door een samenwerking tussen het CPB, de Rijksuniversiteit Groningen, Bureau Pouwels, de Universiteit Leiden en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en werd op 14 maart gepubliceerd.