Houd rekening met mogelijk recht op LKV bij overname
Bij een overname heeft een nieuwe werkgever volgens de Belastingdienst geen recht op het loonkostenvoordeel (LKV) van een overgenomen werknemer. Maar volgens de advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad blijft dit recht wél bestaan. De Belastingdienst laat weten hoe werkgevers om moeten gaan met beschikkingen waarin de LKV al dan niet wordt toegekend.
Als een werkgever recht heeft op LKV’s, ontvangt hij een WTL-beschikking van de Belastingdienst. De fiscus gaat er in deze beschikking van uit dat bij de overgang van een onderneming het recht op een LKV niet mee overgaat naar de nieuwe werkgever. Maar in 2023 adviseerde de advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad dat dit recht wél zou moeten overgaan naar de nieuwe werkgever (ECLI (verkort): 341). Daarop liet de Belastingdienst weten dat werkgevers bezwaar konden maken tegen de beschikking over 2022, als zij dachten toch recht te hebben op een LKV. De Belastingdienst liet deze week weten wat werkgevers moeten doen voor de jaren 2023 en 2024.
Overnemende werkgever kan voor 2023 en 2024 al verzoeken om LKV
Heeft een werkgever in 2020 of later bij een overgang van een onderneming of bij een contractovername werknemers in dienst gekregen voor wie de overdragende werkgever recht had op één of meer LKV's? Dan kan hij om een LKV verzoeken door het LKV op de gebruikelijke manier aan te vragen in de aangifte loonheffingen. Dat betekent voor hem het volgende:
- Hij moet nagaan welke werknemers op het moment van de overgang een geldige doelgroepverklaring hebben voor de dienstbetrekking met de overdragende werkgever.
- Hij moet zorgen dat hij (een kopie van) die doelgroepverklaring krijgt en deze in de loonadministratie bewaren. Op de doelgroepverklaring staat de naam van de overdragende werkgever.
- Hij moet nagaan voor welke aangiftetijdvakken in 2023 en 2024 de doelgroepverklaring geldig is. Voor die tijdvakken geldt:
- Is het aangiftetijdvak verstreken? Dan moet de werkgever een correctiebericht sturen voor dat aangiftetijdvak. Daarin moet hij het LKV aanvragen.
- Is het aangiftetijdvak nog niet verstreken? Dat moet hij het LKV aanvragen in de loonaangifte.
Toekenning LKV afhankelijk van uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad beslist waarschijnlijk in het voorjaar van 2024. Tot die tijd blijft de fiscus bij zijn standpunt: een LKV bij een overgang van een onderneming en bij contractovername gaat niet mee over naar de overnemende werkgever. Als de Hoge Raad oordeelt dat het LKV wel mee overgaat, zijn de volgende situaties mogelijk:
- Heeft de werkgever via correctieberichten en aangiften voor 2023 en 2024 een LKV aangevraagd? Dan wordt dat LKV voor deze werknemers berekend.
- Stuurt de werkgever geen correctieberichten over 2023? Dan moet hij dat alsnog doen om een LKV te krijgen. De werkgever heeft hiervoor uiterlijk tot en met 1 mei 2024 de tijd.
- Vraagt een werkgever een LKV niet alvast aan in de aangiften over 2024? Dan moet hij dat later alsnog doen. Dat kan tot en met 1 mei 2025.
- Heeft een werkgever bezwaar gemaakt tegen de beschikking over 2022? Dan adviseert de Belastingdienst om ook de aangiftetijdvakken van 2022 te corrigeren waarin de werkgever mogelijk recht heeft op een LKV. De fiscus kan dan het LKV sneller berekenen.
Als de Hoge Raad oordeelt dat een LKV niet mee overgaat, krijgt de werkgever geen LKV’s voor overgenomen werknemers, ook al heeft hij hier hiervoor een aanvraag gedaan.