Veilig gedrag op werkvloer stimuleren vraagt creatieve aanpak
Om werknemers aan te moedigen zich anders te gaan gedragen op de werkvloer, werken aansprekende voorbeelden beter dan allerlei bewijzen uit onderzoeken. Wie gedrag wil beïnvloeden, moet inspelen op het onderbewuste en bovendien een combinatie van preventiemiddelen gebruiken.
Veiligheid op de werkvloer begint met bewustzijn. Wie zich bewust is van de gevaren die het werk met zich meebrengt, kan zijn gedrag zodanig aanpassen dat hij minder risico loopt op een arbeidsongeval of op gezondheidsschade. Er zijn verschillende manieren om veilig gedrag bij werknemers te stimuleren. Kennis vergroten is daar een van. De arboadviseur maakt daarbij gebruik van verschillende communicatiemiddelen. Argumenten om gedragsverandering te bewerkstelligen worden vaak ondersteund met allerlei onderzoeken, zoals de NEA (Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden) of de verzuimcijfers van de organisatie. Toch is dat niet voldoende om ervoor te zorgen dat werknemers hun gedrag veranderen.
Kennis motiveert onvoldoende om gedrag te veranderen
Dat kennis niet voldoende motiveert om het gedrag te veranderen, komt doordat mensen allerlei keuzes met hun onderbewustzijn maken. Ook in hun werk en op de werkvloer. De meeste werknemers weten heus wel dat het gevaarlijk is om geen persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen op een bouwplaats, of als ze werken met schadelijke stoffen. Wat beter werkt, is concreet laten zien wat het gevolg is voor de gezondheid van de werknemer als hij de voorschriften negeert. Dat je ernstig hoofdletsel of een hersenbeschadiging kunt oplopen en daardoor arbeidsongeschikt kunt raken. Het gebruik van praktijkvoorbeelden in combinatie met beeld heeft meer effect. Denk aan een video waarin een slachtoffer van een arbeidsongeval vertelt wat dit voor hem heeft betekend.
Weerstand bij oproepen gedragsverandering
Daarnaast is het belangrijk om het voor de werknemers zo makkelijk mogelijk te maken om het gewenste gedrag te gaan vertonen. Werknemers opdragen hun gedrag te veranderen, kan weerstand oproepen en soms zelf averechts werken. Eén van de technieken die daarbij kan helpen, is nudging. Dat is het aanbrengen van kleine aanpassingen in de omgeving van de werknemer, zodat deze ongemerkt een duwtje in de juiste richting krijgt. Denk aan het strategisch plaatsen van gezonde lunches in bedrijfskantines en het aanbrengen van looproutes op vloeren in magazijnen. Of schermen die een lachend gezicht laten zien zodra iemand zich aan de voorgeschreven snelheid houdt. Omdat dit subtiele ingrepen zijn, roepen ze weinig weerstand op en zijn ze makkelijk op te volgen.