Werkgever kan leren van rapport over wangedrag NPO
Uit een onlangs verschenen rapport is duidelijk geworden dat er binnen de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) jarenlang sprake was van (ernstig) grensoverschrijdend gedrag. Ook ‘andere’ werkgevers kunnen lering trekken uit het rapport. Werkgeversvereniging AWVN verduidelijkt hoe.
Het vernietigende rapport van de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen – ook wel Commissie-Van Rijn genoemd, naar voorzitter Martin van Rijn – bracht Nederland in rep en roer. Het grensoverschrijdende gedrag kwam in vele soorten en maten, en vond plaats in alle gelederen van de NPO. Veelvoorkomende vormen van grensoverschrijdend gedrag waren (en zijn): pesten, seksuele intimidatie (artikel), seksisme en discriminatie. Volgens het rapport waren de misstanden bij de NPO onder meer te wijten aan een combinatie van een hoge (prestatie)druk en slecht leiderschap.
Herkennen van grensoverschrijdend gedrag
Nu is grensoverschrijdend gedrag niet alleen voorbehouden aan ‘medialand’; ook in andere sectoren wordt er onder hoge druk gewerkt en weten werkenden zich niet altijd te gedragen. De aanbevelingen van de Commissie-Van Rijn, die zich vooral richten op kwaliteit van leiderschap, kunnen werkgevers helpen een veilige werkplek te creëren. In het rapport is te lezen dat het vooral belangrijk is dat leidinggevenden over de juiste leiderschapscompetenties beschikken en dat ze grensoverschrijdend gedrag herkennen én weten hoe hiermee om te gaan. Werkgevers doen er dan ook goed aan om (potentiële) leidinggevenden hierin te scholen. Uiteraard moeten leidinggevenden zelf het goede voorbeeld geven, iets wat niet altijd gebeurt.
HR-professionals en grensoverschrijdend gedrag
Er is ook een belangrijke rol weggelegd voor HR-professionals. De Commissie-Van Rijn adviseert werkgevers om de ‘P&O-functie te versterken en het bevorderen van een sociaal veilige werkomgeving een herkenbaar onderdeel van de P&O-functie te maken, waarover regelmatig overleg wordt gevoerd met de werkgever’. En net als bij leidinggevenden zouden P&O-professionals voldoende kennis moeten hebben van grensoverschrijdend gedrag en mogelijkheden om dit gedrag bij te sturen of werknemers ertegen te beschermen.
Slachtoffers moeten zich uit kunnen spreken
Maar werkgevers kunnen ook op andere manieren aan de slag met de aanpak van grensoverschrijdend gedrag (toolbox). Zo is het belangrijk om niet alleen naar incidenten te kijken, maar juist naar achterliggende patronen (artikel). Hiervoor is het allereerst belangrijk dat slachtoffers zich kunnen uitspreken. Dat kan door middel van een meldregeling ongewenst gedrag (tool), met daarin een duidelijke procedure voor het melden van ongewenst gedrag. In een gedragscode (tool) kunnen werkgevers verduidelijken welk gedrag niet acceptabel is. Verder doen werkgevers er goed aan een vertrouwenspersoon aan te stellen (tool). Mogelijk wordt dit op termijn zelfs verplicht.
Wangedrag verhoogt ziekteverzuim
Grensoverschrijdend gedrag heeft in de eerste plaats een enorme impact op de slachtoffers ervan, maar werkt ook door in de organisaties waarbinnen het zich afspeelt. Zo vermindert dergelijk wangedrag het werkplezier en het welzijn van werknemers, leidt het tot productiviteits- en kwaliteitsverlies en verhoogt het het ziekteverzuim (infographic) en personeelsverloop in de organisatie.