3 op 10 organisaties met OR-plicht heeft geen OR
Slechts 69% van de organisaties die wettelijk verplicht zijn om een OR in te stellen, voldoet aan deze eis. Dit blijkt uit het nalevingsonderzoek naar de Wet op de ondernemingsraden (WOR) in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). SZW liet tegelijkertijd onderzoeken in hoeverre er in cao’s aandacht is voor de medezeggenschap.
Organisaties of vestigingen waar in de regel vijftig werknemers of meer werkzaam zijn, zijn wettelijk verplicht om een ondernemingsraad in te stellen (artikel 2 WOR). In de praktijk voldoet slechts 69% van de organisaties aan deze eis, blijkt uit het nalevingsonderzoek naar de WOR (pdf) dat het ministerie van SZW medio 2023 liet uitvoeren. Een gebrek aan behoefte onder werknemers is volgens werkgevers en bestuurders meestal de reden om geen OR in te stellen, maar bijna één op de drie werknemers (29%) denkt dat de werkgever geen OR wil.
Geen op- of neerwaartse trend
De uitkomst van het onderzoek is in lijn met eerdere nalevingsonderzoeken, die plaatsvonden in 2002, 2005, 2008, 2011 en 2017. Bij eerdere onderzoeken kwam de naleving ook uit tussen 78% (2005) en 67% (2017). Van een neer- of opwaartse trend lijkt geen sprake. Ook komen de verschillen in naleving tussen sectoren en organisatiegroottes overeen met de eerdere onderzoeken. In het algemeen is de naleving in (semi)publieke sectoren een stuk hoger en stijgt het percentage naarmate er meer werknemers zijn, zeker als deze in vaste dienst, gemiddeld ouder en hoger opgeleid zijn. Veel cao’s bevatten afspraken over rechten en bevoegdheden OR.
In diezelfde periode onderzocht het ministerie van SZW in hoeverre cao’s afspraken bevatten over medezeggenschap en medezeggenschapsorganen. Hiervoor werden 105 reguliere bedrijfstak- en ondernemings-cao’s onderzocht, die bij elkaar van toepassing zijn op bijna 5 miljoen werknemers (pdf). Enkele opvallende uitkomsten:
- Bijna alle cao’s bevatten afspraken over het instemmingsrecht en ruim de helft ook over het adviesrecht. In een derde van de cao’s is daarnaast sprake van het delegeren van bevoegdheden aan de OR, dat wil zeggen dat er ruimte is voor maatwerk of eigen bedrijfs- of ondernemingsregelingen.
- In 60% van de cao’s staan afspraken over het verstrekken van informatie aan de OR, vooral waar het gaat om het personeels- en sociaal beleid, soms over de resultaten van de onderneming of specifieke onderwerpen.
- In 27% van de cao’s staan afspraken over faciliteiten die de werkgever aan de OR beschikbaar moet stellen. Het gaat hier met name over verlof voor het OR-werk, verlof voor OR-scholing en (kantoor)voorzieningen/budget. Het aanbieden van een ambtelijk secretaris stond in 7 cao’s (waarvan 5 uit de sector zorg).
- In 19% van de cao’s staan afspraken over bescherming tegen benadeling en/of ontslag voor OR-leden.
- In 8% van de onderzochte cao’s werd afgeweken van het minimum aantal werknemers om een OR in te stellen, onder meer in de zorgsector, waar een OR verplicht is vanaf 35 werknemers.
- In 10 cao’s (waarvan 8 in de zorg) is vastgelegd dat de OR adviesrecht heeft bij het benoemen van leden van de raad van toezicht of raad van commissarissen.
Ook aandacht voor medezeggenschap in kleinere organisaties
Naast afspraken over (de rechten en bevoegdheden van) de OR, besteden veel cao’s aandacht aan medezeggenschap in kleinere organisaties. In bijna de helft van de cao’s staan daarnaast afspraken over de bevoegdheden van een personeelsvertegenwoordiging (PVT) en in één op de vijf van een personeelsvergadering (PV). In beide gevallen gaat het meestal over het instemmingsrecht.