Relevante wetswijzigingen per 2024 voor de OR
Per 1 januari 2024 krijgen organisaties te maken met diverse wijzigingen in de wet- en regelgeving op het gebied van personeel en arbeid. De ondernemingsraad (OR) moet goed weten om welke wijzigingen het gaat en welke gevolgen deze (kunnen) hebben voor het organisatiebeleid én de invloed van de OR hierbij.
De OR doet er verstandig aan om de ontwikkelingen rond de nieuwe wet- en regelgeving te volgen en na te gaan welke gevolgen deze kunnen hebben voor de achterban en de organisatie als geheel. Mogelijk moet of wil de bestuurder naar aanleiding van de nieuwe wet- en regelgeving namelijk belangrijke organisatorische besluiten nemen of regelingen treffen die betrekking hebben op de achterban. In veel gevallen heeft de OR dan adviesrecht (artikel 25 WOR) of instemmingsrecht (artikel 27 WOR). Ook als dat niet zo is, heeft de OR altijd het recht om over deze onderwerpen met de bestuurder in gesprek te gaan (initiatiefrecht, artikel 23 WOR en overlegrecht, artikel 24 WOR). De nieuwe of aangekondigde wetswijzigingen bieden hierbij goede aanknopingspunten.
Belangrijke wijzigingen in de arbeidswetgeving
Per 1 januari 2024 gelden onder meer de volgende wijzigingen in de regels voor werkgevers:
- De wettelijke bedragen voor het minimumloon per dag, week en maand maken plaats voor een wettelijk minimumloon per uur.
- Het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt beperkt, het jeugd-LIV komt ten einde.
- De maximale onbelaste reiskostenvergoeding stijgt van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer.
- De vrijstelling waarmee werkgevers aan werknemers onbelast een ov-abonnement kunnen verstrekken, wordt verruimd (artikel).
- De maximale onbelaste thuiswerkvergoeding stijgt naar € 2,35 per dag.
- De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) wordt kleiner. De vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom daalt van 3% naar 1,92%. Voor het meerdere blijft de vrije ruimte 1,18%.
- Het STAP-budget komt te vervallen. Van het resterende budget gaat € 73,5 miljoen naar het budget van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen (SLIM). Aan de SLIM wordt een tijdelijke voorziening voor individuele scholing toegevoegd.
- In veel pensioenregelingen is de toetredingsleeftijd nu nog 21 jaar. Door de Wet toekomst pensioenen (WTP) gaat de ondergrens voor de pensioentoetredingsleeftijd naar 18 jaar.
- De AOW-gerechtigde leeftijd stijgt van 66 jaar en tien maanden naar 67 jaar.
- De ondergrens voor de pensioentoetredingsleeftijd daalt naar 18 jaar.
- Een verhoging van de arbeidskorting maakt werken meer lonend.
- Eigenrisicodragers voor de Ziektewet die terugkeren (of dit jaar overstapten) naar de publieke verzekering van UWV, betalen een hogere ‘terugkeerpremie’ (artikel).
- De maximale transitievergoeding stijgt naar € 94.000 (behalve voor mensen met een hoger jaarloon dan dat, voor hen is het jaarloon het maximum).
- De Verzamelwet SZW 2024 zorgt voor een aantal kleine wijzigingen, onder andere in de regels voor WAZO-uitkeringen en het ouderschapsverlof.