U bent hier

Onderneming & Personeel
Voorstel EU-richtlijn geeft platformwerkers bescherming

Voorstel EU-richtlijn geeft platformwerkers bescherming

Een betere bescherming van de (arbeids)rechten van platformwerkers in de Europese Unie is weer een stapje dichterbij. De Europese Raad en het Europees Parlement hebben een principeakkoord bereikt over een voorstel voor een EU-richtlijn die onder meer schijnzelfstandigheid moet tegengaan.

In de EU werkten in 2022 ruim 28 miljoen platformwerkers (platformwerk is het organiseren van betaald werk via digitale platformen, zoals veel gebeurt in de maaltijdbezorging en taxibranche). De verwachting is dat dit aantal in 2025 zelfs is opgelopen tot 43 miljoen. Op papier is een groot deel van de huidige platformwerkers zelfstandige, terwijl ze in de praktijk eigenlijk in loondienst zijn. In Nederland wordt de strijd tegen deze ‘schijnzelfstandigheid’ (artikel) al jaren gevoerd, met Deliveroo en Uber als bekendste voorbeelden. De EU-richtlijn moet deze strijd ook EU-breed een impuls geven.

Richtlijn moet arbeidsrelatie verduidelijken

De richtlijn moet platformwerkers duidelijkheid geven over of ze daadwerkelijk zzp’er zijn of toch werknemer, zodat ze de arbeidsrechten krijgen waarop ze recht hebben. Het voorstel regelt dat platformwerkers in loondienst zijn als de arbeidsrelatie met de werkgevende voldoet aan minstens twee van vijf indicatoren, die gaan over de gezagsverhouding, de hoogte van de vergoeding en de vrijheid van de werkende. Veel van deze indicatoren vertonen overeenkomsten met de criteria in het conceptwetsvoorstel van minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat schijnzelfstandigheid moet tegengaan (tool). Volgens het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) slaat de minister de plank echter mis met het voorstel.

Transparanter over gebruik algoritmes

De richtlijn biedt de EU-lidstaten de vrijheid om zelf indicatoren voor ‘werknemerschap’ toe te voegen. Is een platformwerker volgens de indicatoren in feite een werknemer en is de werkgevende (het platform) het hiermee niet eens, dan is dit aan de werkgevende om aan te tonen (omgekeerde bewijslast).
De richtlijn regelt verder dat de digitale platformen transparanter moeten zijn over het gebruik van algoritmes. Dit moet onder meer voorkomen dat werktijden van platformwerkers automatisch worden gewijzigd en persoonsgegevens oneigenlijk worden verwerkt.

Twee jaar voor implementatie richtlijn

Het principeakkoord is met gejuich ontvangen door vakbond FNV, die het nu nog demissionaire kabinet oproept om ook andere EU-lidstaten te bewegen het akkoord te omarmen. Als de Europese Raad en het Europees Parlement definitief akkoord gaan met de richtlijn, krijgen de EU-lidstaten twee jaar de tijd om deze om te zetten in nationale wetgeving.

Update (22 december 2023): Omdat er onvoldoende steun is in het Europees Parlement voor het principeakkoord, heeft voorzitter van de EU Spanje besloten om niet over te gaan tot een stemming over de richtlijn. België, dat per 2024 de voorzittershamer van Spanje overneemt, is voornemens de onderhandelingen over betere (arbeids)bescherming voor platformwerkers in het nieuwe jaar te hervatten.