Voorlopig forfait voor spaargeld in box 3 boven de 1%
Spaarders moeten voor de heffing in box 3 weer rekening gaan houden met een hoger fictief rendement dan 'bijna nul'. Bij de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting voor 2024 rekent de Belastingdienst namelijk met een forfaitair rendement van 1,03% op banktegoeden. Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris Van Rij van Financiën.
De ontwikkelingen rondom box 3 van de inkomstenbelasting zijn op z'n zachtst gezegd turbulent. Nadat de Hoge Raad de huidige systematiek voor de heffing op spaargeld en beleggingen eind 2021 hardhandig heeft afgekeurd, is de overheid druk met het compenseren van gedupeerden. Ook lopen er nog procedures over de vraag hoe ruim die compensatie moet worden.
Forfaits voor spaargeld, beleggingen en schulden
In de tussentijd wordt er gewerkt aan een nieuw systeem voor de heffing in box 3, waarin zo veel mogelijk het daadwerkelijke rendement belast moet worden. De start van dit systeem staat gepland voor 2027, maar dat is alleen haalbaar als er snel een nieuw kabinet is én de invoering ook vlotjes in gang wordt gezet. Tot het nieuwe systeem er is, geldt er een overbruggingswet voor box 3, en die rekent met verschillende rendementspercentages voor drie vermogenscategorieën:
- banktegoeden: naast spaargeld valt hier sinds dit jaar bijvoorbeeld ook het aandeel in het vermogen van een vereniging van eigenaars onder;
- beleggingen en overige bezittingen: onder meer aandelen, obligaties en rendement uit een tweede huis;
- schulden: bijvoorbeeld leningen aangegaan voor een tweede woning.
Nieuwe rendementspercentages box 3 voor 2024
Van deze drie categorieën staat alleen het forfait voor overige bezittingen al aan het begin van het jaar definitief vast. De forfaits voor banktegoeden en schulden worden na afloop van het jaar vastgesteld op basis van een gemiddelde van de werkelijke rendementen. Voor het jaar 2023 worden de definitieve forfaits in het eerste kwartaal van 2024 vastgesteld. Maar de Belastingdienst rekent voor de voorlopige aanslagen in de inkomstenbelasting al wel met voorlopige forfaits. Die heeft Van Rij nu bekendgemaakt in een brief (pdf). Het plaatje ziet er als volgt uit, waarbij dus de forfaits voor spaargeld en schulden nog voorlopig zijn:
Forfait 2022 | (Voorlopig) forfait 2023 | (Voorlopig) forfait 2024 | |
Banktegoeden | 0,00% | 0,36% | 1,03% |
Beleggingen | 5,53% | 6,17% | 6,04% |
Schulden | 2,28% | 2,57% | 2,47% |
Afscheid van heel laag forfait spaargeld
Uit dit overzicht blijkt dat de tijden dat de heffingssystematiek uitging van een minimaal rendement op spaargeld (in 2021 was het forfait nog 0,01%) voorlopig wel voorbij zijn. Gezien de renteontwikkelingen is de kans ook aanwezig dat het uiteindelijke definitieve rendement op banktegoeden voor 2023 boven de 0,36% uitkomt waar de fiscus eerder mee heeft gerekend. Het forfait voor beleggingen is dus wel al definitief, en dat is voor 2024 iets lager dan in 2023.