De kleine lettertjes: de suppletieaangifte voor de BTW
Blijkt aan het eind van het jaar dat een ondernemer voor de BTW te weinig BTW heeft afgedragen of juist te veel BTW heeft betaald, dan kan hij dit corrigeren door middel van een suppletieaangifte. Wat houdt deze aangifte nu precies in en waar moet op gelet worden?
In artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 is opgenomen dat als een belastingplichtige constateert dat hij een aangifte over een tijdvak in de afgelopen vijf kalenderjaren onjuist of onvolledig heeft gedaan waardoor er te veel of te weinig belasting is betaald, hij gehouden is bij wijze van suppletie de juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen te verstrekken. Een suppletieaangifte (artikel) komt dus pas aan de orde op het moment dat geconstateerd is dat er een onjuiste aangifte BTW is gedaan. Vaak zal dit voor het eerst plaatsvinden bij het opmaken van de jaarrekening. Tijdens deze werkzaamheden kan blijken dat de ondernemer te weinig of juist te veel BTW heeft aangegeven en betaald of dat hij een bepaalde aangifte onjuist invulde.
Wettelijke verplichting om te informeren
Maar dit is niet het enige moment waarop een suppletie aan de orde kan komen. Sinds 2012 heeft een ondernemer de wettelijke verplichting de Belastingdienst te informeren wanneer eerder ingediende BTW-aangiften niet volledig of incorrect zijn. Op grond van deze informatieplicht moet de suppletieaangifte worden gedaan zodra is geconstateerd dat de BTW-aangifte onjuist of onvolledig is. Dit kan dus veel eerder zijn dan tijdens het opmaken van de jaarrekening.
Termijn indienen is vijf jaar
De suppletieaangifte moet de ondernemer digitaal indienen bij de Belastingdienst. De termijn voor het indienen van een suppletieaangifte is vijf jaar. De aangifte leidt tot een naheffingsaanslag (bij te weinig betaald) of wordt behandeld als een ambtshalve verzoek om teruggaaf. In tegenstelling tot de reguliere BTW-aangifte hoeft het verschuldigde bedrag pas na ontvangst van de naheffingsaanslag te worden betaald. De fiscus kan een vergrijpboete (infographic) opleggen als de ondernemer het indienen van een correctie achterwege laat.
Voor 1 april correctie doen
Geeft de ondernemer vrijwillig vóór 1 april van het opvolgende jaar de correctie voor te weinig aangegeven BTW van het jaar daarvoor aan en betaalt hij deze ook, dan is hij geen belastingrente verschuldigd.
Als het bedrag van de correctie lager is dan € 1.000 (positief of negatief), is het toegestaan deze correctie te verwerken in de eerstvolgende aangifte BTW. Hiervoor hoeft er dan geen afzonderlijke suppletieaangifte te worden ingediend.