U bent hier

Onderneming & Arbo
RIVM waarschuwt voor combinatie zitten en gebrek aan bewegen

RIVM waarschuwt voor combinatie zitten en gebrek aan bewegen

Het aantal mensen dat niet aan de Nederlandse Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad voldoet, is sinds corona toegenomen, zo blijkt uit onderzoek van het RIVM. Vooral hoogopgeleide werkenden lopen meer risico op gezondheidsklachten door de combinatie van meer zitten en minder bewegen.

Voor het onderzoek Duiding daling beweeggedrag 2019-2022 (pdf) vergeleek het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in hoeverre aan de Nederlandse Beweegrichtlijnen (infographic) werd voldaan in de periode voor corona met de periode na corona. Volgens de richtlijn moeten mensen minstens 150 minuten per week matig intensief bewegen om gezond te blijven. In 2019 voldeed 49% hieraan; na corona was dit 44%. De daling van beweegactiviteiten is het sterkst onder jongeren (-7,5%), jongvolwassenen (-9,2%) en hoger opgeleiden met betaald werk (-8,9%). Mensen zijn vooral minder matig tot zwaar intensieve activiteiten gaan doen. Als het gaat om bot- en spierversterkende activiteiten is geen verandering te zien ten opzichte van de periode voor corona.

Zittend werk hoger risico

Een van de verklaringen is dat mensen na corona minder vaak de fiets gebruiken voor woon-werkverkeer en in hun vrije tijd. Ook fietsen ze minder minuten per week. Het gebruik van de elektrische fiets lijkt hierbij een rol te spelen, omdat de fysieke inspanning hierbij kleiner is dan bij een gewone fiets. Een andere oorzaak is te vinden in zittend werk. De groepen waarbij zich de grootste daling voordeed, zijn ook de groepen die gemiddeld het meeste aantal uren op een dag zitten (rond de tien uur). Zo doen hoger opgeleiden relatief vaak kantoorwerk waarbij ze bijna de hele dag op hun werkplek zitten. Minder bewegen in combinatie met veel zitten, brengt risico's voor de gezondheid van de werknemer met zich mee, zoals een hoger risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en vroegtijdig overlijden. Het is dan ook belangrijk dat de werkgever ook op het werk bewegen stimuleert.