Arbeidsongeschiktheidspercentage WIA berekenen: hoe?
Nadat een zieke werknemer zijn WIA-aanvraag heeft ingediend, wordt een arbeidsongeschiktheidspercentage berekend. Het verschil tussen het oude loon en de resterende verdiencapaciteit is bepalend voor het arbeidsongeschiktheidspercentage.
Dient een zieke werknemer een WIA-aanvraag (tool) in – en hebben de werkgever en de werknemer genoeg gedaan aan de re-integratie – dan heeft de werknemer daarna een gesprek met een verzekeringsarts van UWV. De verzekeringsarts kijkt naar de klachten en de resterende mogelijkheden van de werknemer. Als het nodig is, voert de verzekeringsarts een lichamelijk onderzoek uit.
Oordeelt de verzekeringsarts dat de werknemer nu en in de toekomst helemaal niet meer kan werken, dan krijgt de werknemer meestal een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten). Kan de werknemer nog wel werken, dan wordt hij doorgestuurd voor een gesprek met een arbeidsdeskundige van UW
Arbeidsdeskundige let op arbeidsmogelijkheden, werkervaring en opleiding
De arbeidsdeskundige kiest vervolgens drie soorten werk die geschikt zouden zijn voor de werknemer, gelet op zijn werkervaring en opleiding. Uit die drie banen selecteert de arbeidsdeskundige de functie met het middelste loon. Dit middelloon loon wordt ook wel de (resterende) verdiencapaciteit genoemd. Het verschil tussen het oude loon en de resterende verdiencapaciteit bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage van de werknemer. Daarvoor deelt UWV het verschil door het oude loon.
Recht op WIA-uitkering als werknemer minimaal 35% arbeidsongeschikt is
Stel dat iemand € 2.000 verdiende en de verdiencapaciteit € 1.250 bedraagt. Het verschil daartussen is dan € 750. Door het verschil te delen door het oude loon (€ 750/€ 2.000) heeft de werknemer een arbeidsongeschiktheidspercentage van 37%. Dit betekent dat de werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Een werknemer moet daarvoor namelijk minimaal 35% arbeidsongeschikt zijn.
Tijdelijke maatregelen om achterstanden weg te werken
Vanaf 1 oktober 2022 beoordeelt meestal alleen een arbeidsdeskundige of een 60-plusser in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. De vereenvoudiging van de WIA-beoordeling is één van de maatregelen om de achterstanden van UWV bij de sociaal-medische beoordelingen in te lopen.
De minister neemt ook een nieuwe tijdelijke maatregel: 'praktisch beoordelen'. Deze maatregel houdt in dat voor mensen die werken bij de WIA-claimbeoordeling, op basis van alleen hun feitelijke verdiensten een beoordeling wordt gemaakt van hun arbeidsongeschiktheidspercentage. En niet meer óók op basis van een theoretische schatting, zoals nu het geval is. Het voornemen is om deze maatregel in te laten gaan op 1 juli 2024.