U bent hier

Onderneming & Arbo
Wetsvoorstel: afschaffing LIV en verruiming LKV

Wetsvoorstel: afschaffing LIV en verruiming LKV

Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer dat het lage-inkomensvoordeel (LIV) moet afschaffen en de voorwaarden voor het loonkostenvoordeel (LKV) herplaatste arbeidsgehandicapten moet verruimen.

De Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) heeft twee tegemoetkomingen voor werkgevers ingevoerd: het lage-inkomensvoordeel (LIV) (artikel) en loonkostenvoordeel (LKV) (artikel). Werkgevers kunnen een LKV ontvangen voor de volgende groepen werknemers: uitkeringsgerechtigden van 56 jaar en ouder, arbeidsgehandicapten, herplaatste arbeidsgehandicapten en werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend waarmee ze het LIV wil afschaffen en de voorwaarden voor het LKV herplaatste arbeidsgehandicapten wil verruimen.

Kabinet beperkt de gevolgen van afschaffing LIV

De gevolgen van de afschaffing van het LIV voor de doelgroep banenafspraak moeten worden beperkt door het structureel worden van het LKV doelgroep banenafspraak en de afschaffing van de doelgroepverklaring bij de aanvraag van dit LKV. Verder zullen werkgevers die voorzien in beschut werk, op grond van de Participatiewet of de Wet sociale werkvoorziening (WSW) een behoorlijke achteruitgang in financiële voordelen ervaren. Het kabinet wil deze werkgevers hierin vanaf 2025 tegemoetkomen via ophoging van de bestaande budgetten voor beschut werk en de WSW in het gemeentefonds.
Voor dat het LIV ten einde komt, daalt de bovengrens van het uurlooncriterium van het LIV per 1 januari 2024 van 125% naar 104% van het wettelijk minimumloon (WML). Het jeugd-LIV komt al per 1 januari 2024 ten einde.

Ook recht op LKV herplaatste arbeidsgehandicapte zonder recht op WIA

De andere wijziging in het wetsvoorstel betreft een verruiming van de voorwaarden voor het LKV herplaatste arbeidsgehandicapte werknemer. Nu heeft een werkgever alleen recht op dit LKV als de werknemer weer aan het werk is en in de maand voorafgaand aan de werkhervatting recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Maar in de praktijk werkt de werknemer vaak al als hij nog in afwachting is van het recht op een WIA-uitkering. Het kabinet wil dat een werkgever ook in deze situatie recht heeft op dit LKV. De verruiming moet per 1 januari 2026 ingaan.