Formele afspraken over thuiswerken blijven vaak uit
Sinds de coronacrisis werken werknemers gemiddeld 4,2 uur meer vanuit huis, blijkt uit onderzoek van TNO. Hoewel hybride werken tegenwoordig in veel organisaties de norm is, worden hier lang niet altijd formele afspraken over gemaakt. De ondernemingsraad (OR) kan erop aandringen dat de bestuurder beleid maakt voor hybride werken.
De coronacrisis lijkt de arbeidsmarkt structureel te hebben veranderd. Sinds het begin van de coronapandemie heeft hybride werken een vlucht genomen, blijkt uit het NEA-COVID-19 onderzoek van TNO (pdf). Het aantal uren dat werknemers thuis werken is gestegen van gemiddeld 2,6 uur per week (2019) naar 6,8 uur per week (medio 2023). Er werken nu niet alleen meer werknemers thuis, werknemers die voor de pandemie al (gedeeltelijk) thuiswerkten zijn ook meer uren vanuit huis gaan werken: van gemiddeld 5 uur per week in 2019 naar bijna 20 uur per week medio 2023. Opvallend is dat er slechts bij 34% van de werknemers formele afspraken zijn gemaakt over hybride werken en bij 47% alleen informele afspraken. Dit betekent dat er bij 1 op de 5 werknemers geen (formele) afspraken zijn gemaakt over hybride werken.
OR kan bij bestuurder aandringen op thuiswerkbeleid
Veel werkgevers zien in dat thuis- of plaatsonafhankelijk werken kan bijdragen aan productievere werknemers en een betere werk-privébalans. Hoewel er misschien geen noodzaak lijkt om afspraken vast te leggen, bijvoorbeeld omdat zowel de werkgever als werknemers tevreden zijn met hoe het gaat, is het toch verstandig om de regels voor het thuiswerken op te nemen in een thuiswerkbeleid (toolbox), zodat voor alle werknemers duidelijk is wat de opties en afspraken zijn. De werkgever kan hierin ook zaken zoals een thuiswerkvergoeding, reiskostenregeling en de eisen aan de werkplek opnemen. De OR kan het thuiswerkbeleid agenderen voor de eerstvolgende overlegvergadering of zijn initiatiefrecht (artikel 23 WOR) gebruiken om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan. De OR heeft bovendien instemmingsrecht bij regelingen in het thuiswerkbeleid die betrekking hebben op de arbeidsomstandigheden in de organisatie (artikel 27, lid 1d WOR).
Sinds de coronacrisis werken meer werknemers vanuit huis
Voor het NEA-COVID-19 onderzoek ondervroeg TNO medio 2023 ruim 6.000 werknemers, waarbij de situatie vergeleken werd met die van voor de coronapandemie (eind 2019). Naast bovengenoemde resultaten volgde hieruit onder meer:
- Medio 2023 werkte 14% van de werknemers gedeeltelijk thuis (2019: 25%), 14% hoofdzakelijk thuis (2019: 2%) en 6% volledig thuis (2019: 2%).
- De meeste werknemers die hybride werken waren flexibel in de dagen op kantoor of thuis (gedeeltelijke thuiswerkers: 52%, hoofdzakelijke thuiswerkers: 62%).
- Veel genoemde redenen om op locatie te werken zijn samenwerken met collega’s (81%), sociale contacten met collega’s (80%) en de aard van het werk (71%).
- Veel genoemde redenen om vanuit huis te werken zijn: de aard van het werk (84%), minder reistijd (81%) en de productiviteit, concentratie en efficiëntie (78%).