Opleidingsbeleid kan personeelstekort tegengaan
Door personeelstekort krijgt ruim de helft (54%) van de Nederlandse organisaties het werk niet af, blijkt uit internationaal onderzoek van SD Worx. Voor het aantrekken en behouden van gekwalificeerd personeel is een goed opleidingsbeleid van groot belang, maar daar schort het in veel organisaties aan. De OR kan hier verandering in brengen.
Werknemers moeten zich blijven ontwikkelen om inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt. Het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden is voor werknemers nu eenmaal van belang om in veranderende omstandigheden het werk goed te kunnen blijven doen. Ook de organisatie heeft er alle belang bij dat werknemers goed blijven functioneren. Een goed opleidingsbeleid is dus een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde, waarmee werkgevers zich kunnen onderscheiden in hun zoektocht naar goed personeel. Uit het onderzoek van SD Worx blijkt echter dat een kwart (24%) van de Nederlandse organisaties moeite heeft met het vormgeven van het opleidingsbeleid.
OR kan aandringen op goed opleidingsbeleid
Een werkgever moet werknemers in staat stellen om scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van hun functie (artikel 611a van Burgerlijk Wetboek 7). De OR kan er bij de bestuurder op aandringen dat hij hiervoor een plan opstelt. De OR kan zijn initiatiefrecht (artikel 23 WOR) benutten om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan of om bij hem een concreet (verbeter)voorstel in te dienen. Daarnaast heeft de OR op grond van artikel 27, lid 1f WOR instemmingsrecht als de bestuurder een nieuwe regeling voor personeelsopleiding wil invoeren of een bestaande regeling wil wijzigen of beëindigen. De OR kan dus niet alleen stimuleren dat er een opleidingsbeleid komt, maar kan er ook op toezien dat het opleidingsbeleid goed aansluit bij de belangen en behoeften van zowel de werknemers als de organisatie.
Is opleidingsbeleid wenselijk en haalbaar?
Uit het onderzoek van SD Worx blijkt dat ruim de helft (56%) van de werknemers het afgelopen jaar geen cursus of training heeft gevolgd. Bijna de helft (43%) van de werknemers gaf aan dat ze geen tijd wilden besteden aan opleidingen en ongeveer evenveel werknemers (41%) zeiden dat ze geen tijd hadden voor opleidingen. Opvallend is ook dat één op de vijf respondenten aangaf dat de leidinggevende hun persoonlijke ontwikkeling tegenhoudt. Krijgt de OR zulke signalen van de achterban, dan heeft de OR alle reden om met de bestuurder in gesprek te gaan over het opleidingsbeleid binnen de organisatie. Ga na waar de achterban behoefte aan heeft, of het huidige opleidingsplan (voor zover aanwezig) hier voldoende op aansluit en waar ruimte is voor verbetering.
Wees ook realistisch in de verwachtingen. Als de organisatie kampt met een groot personeelstekort en een hoge werkdruk, kan het verstandig zijn om de niet-noodzakelijke trainingen nog even uit te stellen. De OR kan de bestuurder bijstaan bij het maken van deze afwegingen. Dring er bij de bestuurder op aan dat hij naar de werknemers helder communiceert over de opleidingsmogelijkheden die de organisatie biedt en de afwegingen die hierbij zijn gemaakt – als dit in overleg met de OR is gebeurd, is er vaak meer draagvlak voor het beleid.