Datum ontvangst aangifte fiscus doorslaggevend voor verzuimboete

Belastingplichtigen die een aangifte te laat indienen kunnen een verzuimboete opgelegd krijgen. Hierbij kijkt de fiscus naar de datum waarop de Belastingdienst de aangifte heeft ontvangen. De datum waarop de aangifte is verzonden door de belastingplichtige speelt hierbij geen rol vindt de rechter.

De Belastingdienst legt een verzuimboete voor het indienen van een aangifte op als deze te laat is gedaan (V&A). Voor de inkomstenbelasting (IB) gaat het dan om een bedrag van € 385. Gebeurt dit te laat indienen vaker, dan kan deze boete zelfs oplopen tot € 5.514. Daarnaast kan de fiscus de uitbetaling van toeslagen en de voorlopige aanslag IB stopzetten. In onderstaande zaak ging het om de vraag wanneer een aangifte op tijd is ingediend.

Wel op tijd op de post gedaan

Een belastingplichtige had op 28 februari 2019 een uitnodiging van de Belastingdienst ontvangen om aangifte IB te doen over 2018. De aangifte moest vóór 1 mei 2019 zijn ingediend, maar de belastingplichtige  verzocht om uitstel en kreeg dit tot 1 september 2019. Op 1 september was de aangifte echter nog niet binnen. De fiscus stuurde hem daarop een herinnering en op 22 november 2019 een aanmaning. In de aanmaning stond dat de aangifte uiterlijk op 6 december 2019 bij de Belastingdienst binnen moest zijn. Op 5 december 2019 deed de belastingplichtige de aangifte op de post, maar deze kwam pas op 9 december 2019 bij de fiscus binnen. De inspecteur legde de belastingplichtige daarom een verzuimboete op van € 369. De man was het niet eens met de boete en ging in bezwaar en beroep omdat hij de aangifte wel op tijd op de post had gedaan en daarom vond dat de aangifte wel op tijd was ingediend.

Onvoldoende gedaan om aangifte op tijd in te dienen

Hof Den Haag gaf aan dat het echt wel duidelijk was dat de Belastingdienst de aangifte uiterlijk 6 december 2019 moest hebben ontvangen. Dat de belastingplichtige er dan voor heeft gekozen om één dag vóór deze datum zijn papieren aangifte op de post te doen en dat de aangifte wellicht niet op tijd binnen zou zijn was voor eigen rekening. Hij had te weinig gedaan om ervoor te zorgen dat de aangifte op tijd binnen zou zijn. Er was hierdoor geen sprake van afwezigheid van alle schuld dus de boete bleef in stand.
Gerechtshof Den Haag, 30 augustus 2023 (gepubliceerd 2 oktober 2023), ECLI (verkort): 1763