Kleinbedrijf is relatief duur uit met zakelijke lening
Kleinere ondernemingen betalen alleen vanwege hun kleinere omvang méér rente voor een zakelijke lening bij een bank dan het grootbedrijf. Dat concluderen economen van De Nederlandsche Bank (DNB) na data-onderzoek. Het verschil kan in doorsnee oplopen tot 0,8 procentpunt.
Ondernemers proberen voor hun bedrijfsvoering ook vaker alternatieve vormen van financiering (toolbox) op te zoeken, zoals crowdfunding, leasing en factoring. Maar dat neemt niet weg dat de meeste leningen nog steeds 'gewoon' via de bank lopen. Met name kleinere ondernemingen, met doorgaans kleinere leningen, zijn nog vaker aangewezen op de klassieke bancaire financiering dan het grootbedrijf.
Rente bij zakelijke financiering
Juist vanwege die afhankelijkheid zijn de kosten van zakelijke financiering een belangrijke factor voor het mkb. Drie medewerkers van DNB hebben daar een data-analyse op losgelaten. Daarbij zijn ruim 37.000 leningen onderzocht die zijn verstrekt aan rechtspersonen zoals bv's. Eenmanszaken en vennootschappen onder firma vallen dus buiten de analyse. Uit de data blijkt dat het grootbedrijf in de onderzoeksperiode in doorsnee 1,9% rente heeft betaald. Voor het mkb zijn de percentages hoger:
- 2,2% voor het middenbedrijf (in deze indeling een omzet/balanstotaal van minder dan € 50 miljoen, en minder dan 250 werknemers);
- 2,4% voor het kleinbedrijf (omzet/balanstotaal van minder dan € 10 miljoen, en minder dan 50 werknemers);
- 2,7% voor het microbedrijf (omzet/balanstotaal van minder dan € 2 miljoen en minder dan 10 werknemers).
Dat komt dus neer op een renteverschil van 0,3 tot 0,8 procentpunt. Bij wat grotere leningen is dat al snel een verschil in kosten van honderden euro's per jaar.
Langere klantrelatie drukt rente
Op zich zouden er goede verklaringen kunnen zijn voor deze renteverschillen. Zo neemt het grootbedrijf vaak grotere leningen af, en hebben kleinere bedrijven nu eenmaal een hogere geschatte kans op wanbetaling. Toch valt niet het hele verschil in rente te verklaren, zo schrijven de DNB'ers in een artikel in economenvakblad ESB. Inderdaad is het verschil in de omvang van de leningen goed voor een renteverschil van zo'n 0,28 procentpunt tussen microbedrijf en grootbedrijf. Ook kost het banken doorgaans bij het mkb bijvoorbeeld meer moeite doen om alle benodigde financiële cijfers bij elkaar te krijgen, wat in het algemeen leidt tot hogere screeningskosten. En daarnaast hangt een deel van het verschil samen met de vraag of de ondernemer en de bank al vaker zaken hebben gedaan. Bij een langere relatie daalt namelijk ook de rente op de lening. Maar voor het mkb geldt gemiddeld vaker dat zij nog niet zo'n langjarige klant zijn. Een deel hangt dus samen met de bedrijfskenmerken van de onderneming, maar van het renteverschil tussen microbedrijf en grootbedrijf blijft er nog altijd 0,4 procentpunt over waar eigenlijk geen logische verklaring voor is.
Op zoek naar passende financiering
Dat het mkb simpelweg een hogere rente betaalt dan het grootbedrijf kan duiden op zand in de financieringsmotor voor het mkb, aldus de DNB'ers. Zij raden onder meer aan om meer beleid te voeren dat de positie van het mkb ten opzichte van de banken versterkt. Bijvoorbeeld door het makkelijker te maken om over te stappen naar een andere financier, en ook door de zogeheten Overstapservice van banken meer onder de aandacht te brengen.
Ook zouden mkb'ers makkelijker verschillende financiers moeten kunnen vergelijken. Daarom zijn de DNB-auteurs te spreken over een nog op te richten 'financieringshub', die minister Adriaansens van Economische Zaken onlangs heeft aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer (pdf). Het idee is dat ondernemers zo op één portaal terechtkunnen om uit te vinden welke vorm van financiering het beste bij hen past.