Eerste Kamer niet akkoord met Wet werken waar je wilt
Het voorstel voor de ‘Wet werken waar je wilt’ is verworpen door de Eerste Kamer. Een meerderheid vindt het wetsvoorstel niet van meerwaarde. Door het besluit houden werkgevers wat meer vrijheid als werknemers een verzoek indienen voor thuiswerken.
Het initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerleden Van Weyenberg (D66) en Maatoug (GroenLinks) heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen. In de media werd geschreven over een ‘recht op thuiswerken’, maar dat is nooit aan de orde geweest. In eerste instantie regelde het wetsvoorstel dat in de Wet flexibel werken zou worden opgenomen dat een werkgever een werknemersverzoek om thuis te mogen werken alleen kon weigeren bij een zwaarwegend bedrijfsbelang. Dit zou dan overeenkomen met de regels die gelden voor verzoeken om een andere arbeidsduur of andere werktijden. Na een advies van de Sociaal-Economische Raad besloten de initiatiefnemers om de wijziging van het wetsvoorstel wat af te zwakken. In het aangepaste voorstel stond dat werkgevers werknemersverzoeken ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid’ zouden moeten beoordelen.
Wetsvoorstel zorgt voor regeldruk en is overbodig
Deze nieuwe toets zou om een zorgvuldige afweging van de werkgevers- en werknemersbelangen vragen. Het idee was dat werknemers juridisch een sterkere positie kregen, terwijl werkgevers de vrijheid behielden voor maatwerk. Verschillende partijen in de Eerste Kamer vinden deze toets echter niet heel concreet en een onnodige toevoeging aan de bestaande wetgeving; de regeldruk is voor werkgevers al hoog. Bovendien vinden zij dat werkgevers en werknemers hier prima zelf afspraken over kunnen maken op basis van de huidige regels, zo nodig via collectieve afspraken in een cao of arbeidsvoorwaardenregeling. Een aantal rechtse partijen die in de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel stemden, stemden in de Eerste Kamer tegen. En dus was er geen meerderheid.
Huidige regels van Wet flexibel werken blijven gelden
Nu het wetsvoorstel is verworpen, blijven voor verzoeken om thuiswerken of hybride werken de huidige regels gelden. Een werknemer kan bijvoorbeeld op basis van de Wet flexibel werken (artikel) een thuiswerkverzoek indienen. Zo’n verzoek voor een andere arbeidsplaats kan de werkgever vrij eenvoudig naast zich neerleggen. De wet verplicht de werkgever alleen om het verzoek te overwegen en om hierover een gesprek te voeren met de werknemer. In tegenstelling tot verzoeken om aanpassing van de arbeidsduur of werktijden, heeft de werkgever voor een afwijzing van het verzoek om een andere arbeidsplaats geen zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang nodig.
Motie rond fiscale knelpunten grensarbeiders aangenomen
De Eerste Kamer stemde ook nog over een motie. Daar was wél een meerderheid voor te vinden. In deze motie (pdf) wordt het kabinet opgeroepen om zo snel mogelijk het hernieuwde gesprek met Duitsland en België aan te gaan om het fiscale knelpunt bij hybride werken van grensarbeiders op te lossen. De regels voor belastingen en sociale zekerheid van grensarbeiders zijn sinds de coronacrisis punt van discussie. Diverse andere Europese landen zijn er inmiddels in geslaagd om met elkaar belastingafspraken te maken, dus zou Nederland niet hoeven te wachten op een algemene oplossing vanuit de Europese Unie. Welk gevolg de motie krijgt, moet nog blijken.