Contract mag brede interpretatie van rechter uitsluiten
De Nederlandse rechter kijkt bij het beoordelen van een overeenkomst naar de tekst. Maar daarnaast is ook van belang hoe de contractspartijen de overeenkomst hebben begrepen. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat partijen deze bredere interpretatie van de rechter ook mogen uitsluiten in hun contract. Dan mag de rechter dus alleen kijken naar de letterlijke tekst.
Dat rechters bij het beoordelen van de werking van een overeenkomst naar méér kijken dan alleen de letterlijke tekst, hangt samen met een arrest van de Hoge Raad uit 1981 (het staat hier). Dit arrest staat binnen het ondernemingsrecht bekend als het Haviltex-arrest. De Hoge Raad geeft hierin een richtlijn voor rechters om te bepalen in wiens voordeel een overeenkomst uitwerkt bij een geschil. Alleen maar de tekst van het contract is daarbij niet voldoende, het is ook van belang hoe de partijen die tekst hebben begrepen en wat ze op basis daarvan van de wederpartij verwachten. Hierbij speelt ook een rol hoeveel juridische kennis er van een partij verwacht mag worden. Voor een ondernemer ligt de lat wat dat betreft hoger dan voor een burger (artikel).
Rechter mocht alleen 'grammaticaal' uitleggen
Nu moest de Hoge Raad zich buigen over een overeenkomst waarin nadrukkelijk het Haviltex-criterium werd uitgesloten. Het ging om een overeenkomst waarin twee ex-partners afspraken maakten over partneralimentatie. Voorin dit contract stond dat de letterlijke tekst boven eventuele bedoelingen van de ex-partners zou moeten gaan. Een rechter die bij een geschil zou moeten oordelen, mocht de overeenkomst alleen 'grammaticaal' uitleggen.
In de overeenkomst was in 2009 vastgelegd dat de man partneralimentatie zou betalen aan zijn ex-vrouw. Die betaling zou volgens de tekst doorlopen 'tot op de dag dat de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, te weten op 21 mei 2021'. Het idee was dat de alimentatiebetaling zou doorlopen tot de AOW-leeftijd, die toen nog 65 jaar was. Later is de AOW-leeftijd verhoogd, waardoor er voor de vrouw dus een gat ontstond. De man hield vast aan de einddatum in de overeenkomst, waarna de zaak bij de rechter belandde.
Alleen einddatum is niet meer meerdere interpretaties vatbaar
De rechtbank gaf de vrouw eerder gelijk, maar het gerechtshof concludeerde vervolgens dat de rechtbank ten onrechte had ingevuld welke bedoelingen de partijen hadden. De tekst van de overeenkomst moest immers leidend zijn, niet de bedoelingen. En dus moest het hof zich beperken tot het uitspellen van de vaststellingsovereenkomst. Het hof stelde daarbij vast dat van het relevante artikel alléén de datum van 21 mei 2021 'niet voor tweeërlei uitleg vatbaar' was. Daar moest het hof zich dus op baseren en daarmee stond de einddatum volgens deze uitleg dus vast. Andere argumenten waarom de partneralimentatie alsnog moest doorlopen, vond het hof niet overtuigend genoeg. De Hoge Raad was het eens met dit oordeel van het hof, waardoor de einddatum in stand bleef.
Vaker Haviltex-criterium uitsluiten in contracten?
Mogelijk is dit arrest voor advocaten reden om vaker het Haviltex-criterium uit te sluiten in zakelijke overeenkomsten (artikel), om zo te voorkomen dat een partij vanwege dat criterium ongelijk krijgen bij de rechter. Tegelijkertijd brengt die uitsluiting met zich mee dat héél precies omschreven moet staan hoe de overeenkomst dan moet werken. Bovendien is het niet altijd voordelig, want in de hierboven genoemde rechtszaak lijkt het erop dat de vrouw beter af was geweest als de rechter wél naar meer zaken had mogen kijken dan puur naar de tekst van de overeenkomst.
Hoge Raad, 25 augustus 2023, ECLI (verkort): 1131